Naar aanleidig van Andere tijden, 26 maart 2011
Is privacy een basisbehoefte? Dat een jong paar in de jaren ’50, ook niet in een ruime woning, bij ouders wilden inwonen, doet vermoeden van wel. Een huis beschermd zo bezien niet enkel tegen weer en wind, maar schept ook de noodzakelijke afstand ten opzichte van de medemens. In zekere zin maken de barrières die door deuren muren en sloten ontstaan samenleven juist mogelijk. Hoe beter de huizen bijvoorbeeld geluidgeïsoleerd zijn, hoe kleiner het probleem dat zich aan de andere kant van de muur ook mensen bevinden.
Maar is het enkel verwendheid – de vraag naar meer en meer – dat de oplossingen uit de jaren ’60 nu niet meer voldoen? Ik meen van niet. Ik denk dat Bijlmermeer-achtige oplossingen als biotoop nu eenmaal slecht aansluiten bij de psychologische constitutie die de mens in de loop van de evolutie heeft meegekregen. Niet voor niets zijn het juist de krottenwijken van weleer voor zover die niet zijn afgebroken, die tegenwoordig buitengewoon in trek zijn als woonplek. Denk maar aan de Jordaan. Blijkbaar is niet alleen privacy een basisbehoefte. Maar ook de nabijheid van alles wat men nodig heeft en prettig vindt, waaronder intermenselijk contact. Waarschijnlijk hebben mensen zowel privacy als nabijheid nodig, en willen ze ook nog zelf kunnen bepalen wanneer wat.