Tijd nog niet rijp om onrechtmatigheid ‘verzetsdaad’ van Beatrix onder ogen te zien

Eerder  is van mij een opinie op volkskrant.nl geplaatst waarin ik mij afvraag of een een-tweetje tussen koningin Beatrix heeft geleid tot de val van het kabinet. Via dejaap.nl heb ik dit thema nader uitgewerkt op basis van het gegeven dat CDA’er René van der Linden, voorzitter van de commissie die het staatsbezoek voorbereidde, wellicht als spin in het web heeft gediend. Eerlijk gezegd begrijp ik niet goed waarom deze twee artikelen niet meer aandacht hebben gekregen. Invloed van het staatshoofd op de politiek druist immers in tegen een van de belangrijkste rechtstatelijke principes, te weten de scheiding van kerk en staat. En het is per slot van rekening ook geen kleinigheid wat er is gebeurt: Er is een kabinet gevallen. Lees verder “Tijd nog niet rijp om onrechtmatigheid ‘verzetsdaad’ van Beatrix onder ogen te zien”

CDA’er René van der Linden als politieke spin in het koninklijk web

In het verleden deden wel eens verhalen de ronde over vermeende machinaties van de macht binnen het CDA. Oud-voorzitters als Steenkamp en Bukman werden daarbij neergezet als ogenschijnlijk opererend op de achtergrond, maar in feite belangrijke spinnen in het web met vergaande invloed. Zonder ooit al te veel waarde aan dergelijke verhalen gehecht te hebben, en zonder eropuit te zijn geweest, vrees ik nu verantwoordelijk te zijn voor een nieuw exemplaar van een dergelijk verhaal. Lees verder “CDA’er René van der Linden als politieke spin in het koninklijk web”

Vandaag relevanter gebleken dan gisteren nog leek

Naar aanleiding van Pauw & Witteman, 12 april 2012

Van de zes vragen die ik stelde (zie mijn reactie op discussie tussen Ewout Irrgang en Peter Verhaar) is mijn vraag 3 enigszins vergelijkbaar met de vraag van Irrgang. Mijn andere vragen zijn in het interview met Wouter Bos door Pauw en Witteman niet aan de orde geweest. Dat geeft al aan dat een heel ander interview mogelijk zou zijn geweest, en dat het interview in de uitzending allerminst uitputtend was. Lees verder “Vandaag relevanter gebleken dan gisteren nog leek”

Lenen aan Griekenland tegen onderpand

Naar aanleiding van Buitenhof, 15 mei 2011 

Uit het gesprek met Piet Moerland, bestuursvoorzitter van de Rabobank, bleek dat de sterke economieën binnen de EU niet ontkomen aan verdere leningen aan Griekenland waarbij grote onzekerheid over terugbetaling onvermijdelijk is. Om deze bittere pil voor de lenende landen te verzachten, zou ik de suggestie willen opperen om deze leningen tegen onderpand te verstrekken, zoals dat bij hypotheekleningen ook het geval is. Lees verder “Lenen aan Griekenland tegen onderpand”

Kat in nood

Naar aanleiding van Nova, 11 februari 2010

Wellicht dat het momentele opspelen van nucleaire ambities door Iran, voortkomt uit de benarde positie waar het regime nu in verkeerd. Waar men de machtbasis onder het volk verliest, daar ontstaat de behoefte om de macht op een andere manier te demonstreren. Een kat in nood maakt immers rare sprongen. Sprongen die daarom niet minder gevaarlijk zijn. Lees verder “Kat in nood”

Agenten in plaats van militairen in Afghanistan

Naar aanleiding van Nova, 8 februari 2010

In een reactie op de NOVA-reportage van 2 december over de aankondiging van Obama om 30.000 extra militairen voor Afghanistan te sturen, maakte ik er al gewag van dat het opleiden van Afghanen tot agent wellicht een betere exit-strategie is dan die extra soldaten van Obama (zie hieronder). Het CDA en de PvdA lijken elkaar nu te vinden in ondersteuning van een vergelijkbaar voorstel. Beter dat ze een goed idee van een ander overnemen, dan dat ze het land opzadelen met een slecht idee van eigen hand.

Rekolonisatie als ontwikkelingshulp

Naar aanleiding van Nova, 15 januari 2010

“Was Haïti maar Frans gebleven,” peinst Piet Emmer op de website van de Volkskrant. Door de vroege slavenopstand heeft Haïti nooit “kunnen profiteren van het ‘omgekeerde’ kolonialisme, waarbij het moederland niet langer financieel profiteert van zijn overzeese bezit, maar zich juist verplicht ziet  daar flink te investeren.” Lees verder “Rekolonisatie als ontwikkelingshulp”

Van buitenlands militair naar binnenlands politioneel optreden

Naar aanleiding van Nova, 2 december 2009

De creativiteit van de oplossing valt tegen, was het commentaar aan het einde van de NOVA-reportage over de plannen van Obama met betrekking tot Afghanistan.

Als goede raad duur is, wil rekenen wel eens uitkomst bieden. Alleen al de nieuwe militairen kosten 1 miljoen dollar per manjaar. Alle 30.000 nieuwe militairen kosten dan 30 miljard dollar per jaar. Oude en nieuwe militairen in Afghanistan samen kosten dan 110.000 x 1 miljoen = 110 miljard dollar per jaar. Een Afghaanse politieman kost aan salaris 140 dollar per maand. Per jaar is dat 140 x 12 = 1680 dollar. Laten we zeggen dat deze met uitrusting, loonsverhoging en vakantiegeld 3000 dollar per jaar kosten. Dan kosten 1miljoen Afghaanse soldaten 3000 x 1 miljoen = 3 miljard dollar per jaar. Dat is ongeveer 1 politieman op elke 35 Afghanen. Nu hadden ze het bij ‘Pauw & Witteman’ erover dat 200.000 politieagenten genoeg zou zijn. Dat is ongeveer 1 politieagent op 175 Afghanen. Dat zou dan 0,6 miljard dollar per jaar kosten. Die agenten moeten natuurlijk opgeleid worden. Als we ervan uitgaan dat de opleiding tot politieagent 1 jaar duurt en dat de klassen bestaan uit 30 cursisten, dan heb je ongeveer 7000 opleiders nodig om na 1 jaar over 200.000 getrainde agenten te beschikken. Eventueel kun je deze procedure meerdere jaren herhalen om over een meervoud van 200.000 agenten te beschikken.

In het verleden heeft Amerika ook al Afghanen opgeleid. Toen ging het om militairen die tegen de Russen gingen vechten. Je zou kunnen zeggen dat dit project aan zijn eigen succes ten onder is gegaan. De door Amerika opgeleidde militairen hebben de Russen het land uitgeknikkerd. Keerzijde is dat uit de daaropvolgende onderlinge strijd de Taliban als overwinnaar naar voren is gekomen. Die onderdrukten vervolgens de bevolking en boden onderdak boden aan Al Qaida. Nu gaat het evenwel niet om het opleiden van zwaarbewapende militairen, maar om lichtbewapende politieagenten. In de opleiding kun je hun maatschappelijke taken betrekken. Bovendien blijven ze voorlopig hun salaris van de internationale gemeenschap ontvangen (wiens brood men eet, wiens woord men spreekt). Rob de Wijk maakte er  bij ‘Pauw & Witteman’ nogal een punt van wie die politieagenten dan zouden moeten opleiden. Dat dienen in mijn ogen militairen te zijn. Politieagent in een land in dat in burgeroorlog verkeerd ligt sowieso veel dichter tegen militaire taken aan.

Per saldo zou je door het massaal opleiden van agenten met veel minder middelen veel meer kunnen bereiken. Natuurlijk kun je de buitenlandse militairen niet van vandaag op morgen wegsturen, maar de marge tussen buitenlands militair naar binnenlands politioneel optreden is zo groot, dat een overstap van strategie altijd voordelig uitpakt.

Obama zegt nu meer militairen te willen die echter per militair minder geweld gebruiken. Ik zeg dat veel Afghaanse politieagenten ertoe leidt dat deze per agent over minder geweldsmiddelen hoeft te beschikken, en dat die agenten ook dichter bij de bevolking staan waar ze zelf uit voortkomen. Zo verklein je het gevaar van machtsvorming en een coup door de gewapende macht. Met het probleem dat het uiteindelijk Afghanen zijn die over de wapens beschikken om de samenleving te verdedigen, zit je trouwens met elke exit-strategie.

Matthijs van Nieuwkerk zat bij ‘De wereld draait door’ al op te roepen tot een hernieuwde Nederlandse inzet. Graag wil hij dat Nederland onder leiding van Obama ten strijde trekt. Obama denkt na, wij volgen. Uit zijn overdadige enthousiasme af te leiden, had Van Nieuwkerk er echt zin in. Wat let hem om zelf tussen de bermbommen te gaan huppelen? Ik wens hem daar veel succes bij.

Nationalisme als vanzelfsprekendheid

Mevrouw Etty debiteert een wel erg perverse opvatting van nationalisme. En dat terwijl nationalisme een grote vanzelfsprekendheid is. Zo vanzelfsprekend dat sommigen het bestaan ervan over het hoofd zien. Nationalisme betekent niet meer en niet minder dan het erkennen van de staat. Het koninkrijk is daarop gebaseerd, maar ook de parlementaire democratie, de rechtstaat en de pacificeerde samenleving. Zelfs supranationale organisaties zoals de EU, de NAVO en de VN zijn gebaseerd op de erkenning van de natie. En mevrouw Etty wil dat allemaal omver kegelen? Mevrouw Etty ontketent liever een wereldrevolutie à la Marx voor wie de natiestaat bourgeois en dus passé is? Het is maar voor welke hel je kiest, mevrouw Etty.

Wel of geen parlementaire delegatie

Naar aanleiding van Volkskrant, 30 november 2009 

Het punt is dat een parlementaire delegatie is uitgenodigd. Dan kun je vervolgens niet als uitnodigend land gaan uitmaken wie wel en wie niet in die delegatie thuishoren. Dan respecteer je immers de democratie van het land dat je uitnodigt niet. De keuze is daarom: Wel of geen parlementaire delegatie, en niet een parlementaire delegatie met of zonder Wilders.

Van Rompuy + Nootmuskaat = Timmermans

Naar aanleiding van Nova, 19 november 2009

Dat Europa geen tegenspraak duldt, zou een onhoudbare en  niet onderbouwden stelling zijn. Ik hoop aannemelijk te maken dat deze zeer goed te verdedigen is.

Beslissingen worden in Europa genomen door de raden van ministers of door de raad van presidenten en ministers-presidenten. Omdat het binnen deze raden al moeilijk is om tot consensus te komen, worden besluiten daar genomen, hoogst zelden afgewezen door de kabinetten en de parlementen in de diverse landen. Hier werkt de democratische controle dus bijster slecht. Van het raadplegen van de bevolking is ook slechts hoogstzelden sprake. Toen dat in Nederland toch gebeurde om te stemmen over de zogenaamde Europese grondwet, werd ons als burger angst ingeboezemd, dat ons een nee-stem door de andere landen kwalijk zou worden genomen en dat we daar nadeel van zouden ondervinden. Veel landen hebben het niet aangedurfd om een referendum te houden.

Omdat de raden van ministers en de raad van presidenten en ministers-presidenten zo weinig controle kennen, ontstaat de neiging aldaar besluiten erdoorheen te jassen door een soort Europa-euforie te creëren. Daardoor zijn de eisen voort toetreding van Oost-Europese landen tot de EU indertijd te laag vastgesteld. Achteraf word ook algemeen erkent dat men met de toetreding van Roemenië en Bulgarije veel te snel was.

Van Rompuy had het over compromissen als een moeilijk te realiseren streven. Timmermans had het over  compromissen als vanzelfsprekendheid; als product uit een machine. Europa  dus als consensusmachine. Consensus dus  als massaproduct.

In mijn ogen vergrijpt Timmermans zich aan de woorden van Van Rompuy. Het is alsof je aan een smakelijke maaltijd teveel nootmuskaat toevoegt. De smaak is meteen bedorven.

Als Gorbatjov het zegt …

Naar aanleiding van Nova, 6 november 2009 

Met zijn glasnost en perestrojka staat Gorbatjov niet te boek als een cynische man. Integendeel!  Als staatshoofd die de strijdbijl met de Afghanen begraven heeft, weet hij ook waarover hij het heeft. Afghanistan kun je niet veranderen. Je kunt je er enkel als een soortement van stam tussen de stammen bewegen om zo je eigen belangen te behartigen. Dan begrijpen de Afghanen je tenminste. Dan krijg je met betrekkelijk weinig middelen het nodige gedaan. Het land veranderen via een driesporenbeleid zoals de regering dat wil, is evenwel te hoog gegrepen. De Afghanen pikken de voordelen die je te bieden hebt in, en verachten je vervolgens om je naïviteit.

Militairen opleiden voor de gewetensrust

Naar aanleiding van Nova, 5 november 2009 

Militairen opleiden en dan vertrekken. Dan kun je net zo goed meteen vertrekken. Voor vrede kunnen deze militairen namelijk niet zorgen. Of ze vechten tegen de Taliban, of ze sluiten zich aan bij de Taliban. In het eerste geval heb je een oorlog tussen twee parijen. In het tweede geval versterk je de vijand.

Militairen opleiden, dient slechts als legitimatie om te kunnen vertrekken. Je kalmeert je geweten. Als na vertrek weer de pleuris uitbreekt, kun je doen alsof je hierdoor verrast bent, Maar toch besluit je niet terug te keren naar Afghanistan.

Opgelucht als Van Rompuy gekozen wordt

Naar aanleiding van Nova, 3 november 2009 

Van Rompuy is een uniek politiek talent. Het is niet iemand die druk doende is optimisme en vooruitstrevendheid uit te stralen. Ogenschijnlijk doet hij niet veel. Maar als hij iets doet, blijkt het beslissend te zijn. Bij hem is het meer dat op een gegeven moment dingen als vanzelfsprekend op hun plaats vallen. Als Europees onderdaan zou ik opgelucht zijn met zijn benoeming.

Koenders negatieve oordeel is voor mij een aanbeveling

Minister Koenders noemt Dambiso Moyo’s boek ‘een slecht boek’. Hij verontschuldigt zich nog omdat het hier gaat om het boek van een zwarte die ook nog vrouw is. Hij wil wel politiek correct blijven. Koenders negatieve oordeel beschouw ik als een aanbeveling.

Koenders gooit over ontwikkelingssamenwerking een managementsausje. Hij denkt zich daarmee rekenschap te geven van de kritiek van Moyo: Ontwikkelingswerkers in krijtkostuum en Blackberry. Moyo stelt zich evenwel niet op als een manager maar als een econoom. Dat dit toch iets anders is, heeft Koenders blijkbaar niet begrepen.

Moyo keert zich bijvoorbeeld met grote vanzelfsprekendheid tegen de managementlagen die NGO’s gecreëerd hebben.  Koenders daarentegen begon zijn ministerschap met een conferentie waar alle NGO’s van harte waren uitgenodigd. PvdA vriendjes van Koenders hebben daar trouwens nog een aardig zakcentje aan overgehouden: Very businesslike.

Als de vos de passie preekt, boer pas op uw kippen!

Naar aanleiding van Nova, 29 september 2009

Omarmde Obama in het begin van zijn presidentschap de ‘Dutch approach’ in Afghanistan , nu lijkt hij hevig te twijfelen. Mede gezien de verkiezingsfraude door Karzai lijken de ambitieuze doelstellingen die samenhangen met de Nederlandse aanpak onbereikbaar. Dat maakt een voortzetting van de missie in Uruzgan zoals deze nu plaatsvindt, discutabel.

Daarom is het vreemd, dat juist nu wordt gesproken over een eventuele bijdrage van Nederland na afloop van de tweede missie in 2010. Internationaal wordt rondgebazuind, dat Nederland best een rol wil blijven spelen in Afghanistan.

Premier Balkenende had het vorige week, in zijn toespraak voor de VN, erover dat deze tijd vereist, dat je voorbij je directe eigenbelang reikt. Echter: Als de vos de passie preekt, boer pas op uw kippen! Bekend is dat politici om belangrijke posities in de wacht te slepen – geruchten doen de ronde dat Balkenende permanent voorzitter van de Europese raad van regeringsleiders wil worden -, wel eens aanvallen van goedgeefsheid krijgen. Die goedgeefsheid bekostigen ze evenwel niet uit eigen zak, maar op kosten van de gemeenschap die ze vertegenwoordigen. Hier zou het wel eens zo kunnen zijn, dat de prijs van de persoonlijke ambities van Balkenende, onder andere bestaat uit het leven van soldaten die in Uruzgan vechten binnen het kader van een onhaalbare dus zinloze missie.

Kosten voor herkomstlanden reden te meer om immigratie te beperken

Anil Ramdas vraagt zich in NRC (16 september 2009) af: Voor wie is migratie financieel het meest rendabel? Voor de landen van herkomst of aankomst? Misschien kunnen we de vraag beperken tot de immigratie naar Nederland. Daar gaat immers ook de maatschappelijke discussie over. Uit alle berekeningen die de ronde doen (Elseviers; Pieter Lakeman; rapport uit 2003) komt naar voren dat de immigratie voor Nederland per saldo verliesgevend is. Als Ramdas daar nog aan toevoegt, dat deze immigratie voor het land van herkomst eveneens verliesgevend is, dan is er reden des te meer, om van immigratie naar Nederland af te zien. Zou je de kosten en baten van Nederland en de herkomstlanden namelijk bij elkaar optellen, dan heeft dat tot gevolg dat aan de baten kant niets gebeurd (alle baten kwamen volgens Ramdas immers aan Nederland toe). De lasten nemen evenwel toe met bedrag x, te weten de lasten van de herkomstlanden. De balans valt dan alleen maar ongunstiger uit.

‘Ach so-erlebnis’

Naar aanleiding van Nova, 12 september 2009

“…hartverwarmend om te zien hoe de mensen aldaar niet meer in staat zijn zich aan de regels van wat wel en niet mag, te houden. Ze schreeuwen het gewoon uit: Vrijheid, vrijheid!” Dit schreef ik naar aanleiding van de reportage van 11 juni over de verkiezingen in de Iran.

Eenzelfde gevoel bekruipt me ook bij het zien van deze reportage. Als ik in de gelegenheid ben, ga ik zeker naar de film. Ik hou wel van films die gebaseerd zijn op waargebeurde feiten. Niet omdat ik in de veronderstelling leef, dat alles precies zo gebeurd is als de film laat zien. Wel worden me bij zo’n film de vanzelfsprekendheden van de situatie duidelijker. Refererend naar de ‘aha-erlebnis’, noem ik dat een ‘ach so-erlebnis’.

Over het onderscheid tussen boodschap en boodschapper

Naar aanleiding van Nova, 18 juli 2009

Het overlijden van een Amerikaanse nieuwslezer, lijkt me nu typisch binnenlands nieuws voor Amerikanen. Iemand herdenken die in Nederland onbekend is, is een beetje vreemd.

Anekdotisch is dat president  Johnson zich zou hebben laten leiden door de nieuwslezer, waarbij de nieuwslezer geacht wordt de burgerij te vertegenwoordigen. Wellicht is Cronkite voor president Johnson aanleiding geweest om aan reeds bestaande twijfel over de Vietnamoorlog uiting te geven.

Overigens, als Johnson zich al niet voor een tweede termijn verkiesbaar heeft gesteld vanwege de uitzichtloosheid van de Vietnamoorlog, dan heeft hij  daarmee er niet voor gekozen het roer in politiek opzicht om te gooien, maar om het roer over te geven aan iemand die nog steeds gemotiveerd is de bestaande politieke koers aan te houden.

De rol van Cronkite moet dus niet overschat worden. Het de onervarenheid met het medium televisie zijn geweest, die ertoe geleid heeft dat de boodschap is toegeschreven aan de boodschapper.

Een slok op een fundamentalistische borrel

Naar aanleiding van Nova, 17 juli 2009 

Niet alleen de bevolking maar ook de geestelijke top blijkt in Iran tot op het bot verdeeld. Wat Rafsanjani doet, is oproepen tot een gematigder bewind met meer vrijheid, om zo ervoor te zorgen dat de bevolking de islamitische staatsvorm  blijft tolereren. Zou er dan toch zoiets als een gematigde islam bestaan?

Dat de islam niet voor meerdere uileg vatbaar is, heeft arabist Hans Jansen genoegzaam duidelijk gemaakt. De islam blijft een godsdienst om met handschoenen aan te pakken. Van de andere kant zijn moslims gewoon mensen die een menswaardig bestaan willen leiden. Dat schept ook bij hen de behoefte om islamitische voorschriften minder stringent toe te passen, om de soep minder heet te eten, dan ze wordt opgediend.

Dat laatste lijken Mousavi, Rafsanjani en ook Khatami voor te staan. Daarmee verander je wellicht niet de fundamenten van de islam. Het maakt wel dat bevolking minder te lijden heeft onder de voorschriften van de islam. De overgang van een fundamentalistisch naar een gematigd islamitisch regime in Iran zou toch een slok op een borrel schelen.

Cannabis voor fijnproevers

Naar aanleiding van Nova, 4 juli 2009

 

 

Een hoog thc-gehalte is niet het probleem. Het heeft zelfs als voordeel dat de gebruiker minder rotzooi in verhouding tot de hoeveelheid werkzame stof binnenkrijgt. Het probleem met nederwiet is dat er veel mee geklungeld wordt. Daardoor heeft nederwiet allerlei merkwaardige bijwerkingen die niet des cannabis zijn.

 

Goede cannabis geeft een roes die zich licht (high) aanvoelt; die de waarneming intensiveert; die een versterkte associatiestroom teweegbrengt; die ontspant; die pijntjes doet verdwijnen; die in samenzijn met andere gebruikers kan leiden tot lachbuien; die de eetlust versterkt; en die tegen het einde van de roes slaperig maakt. Als het goed is ontwaakt de gebruiker de volgende ochtend uitgerust en nuchter.

 

Lang niet alle cannabis heeft evenwel deze ideale combinatie van effecten, en zelfs als cannabis van perfecte kwaliteit regelmatig wordt gebruikt, zwakt het gewenste effect na verloop van tijd af. Veelvuldig gebruik leidt eigenlijk tot een herhaling van dezelfde roes, omdat de associatiestroom nog onvoldoende gevoed is met nieuwe ervaringen. Cannabisgebruik ontslaat de gebruiker dus niet een leven te leiden.

 

Dan heb je het effect dat de gebruiker niet high maar stoned wordt. De roes komt dan zwaar over. In dat geval wordt de gebruiker meestal introvert en functioneert in sociaal opzicht zwakker dan normaal. Vroeger, voor de tijd van de nederwiet, werd gezegd dat je van weed meer high en van hash meer stoned werd. Kort geleden heb ik een regelmatige gebruiker evenwel horen beweren dat hij van hash meer high wordt dan van nederwiet.

 

Zoals gezegd kan met nederwiet van alles mis zijn. Al naar gelang de productiewijze kan nederwiet allerlei bijwerkingen vertonen. De gebruiker kan er speedy van worden; kan er hartkloppingen van krijgen; kan er verward en besluiteloos van worden; kan er een zeurderige stonedheid aan overhouden die ook nog na dagen kan opspelen; kan er zich beroerd en gammel van gaan voelen. Van de Donk heeft dus ongelijk als hij een superieure kwaliteit van nederwiet verondersteld..

 

Als ik dan in de reportage zie met hoeveel zorg mediwiet wordt gekweekt, dan ben ik zondermeer voorstander van productie onder overheidstoezicht. Min of meer besloten clubs van cannabisgebruikers lijkt me ook een goed idee. Dan pas komt de nadruk meer op echte kwaliteit en niet enkel op het thc-gehalte te liggen. Goede wijn of whisky beoordeel je toch ook niet enkel op basis van het alcoholpercentage. Net zoals de roes van alcoholische drank niet enkel afhangt van de alcohol maar ook van ondersteunende stoffen, zo zijn er in cannabis naast thc wel 60 andere stoffen actief, die mede het voor die canabis typerende effect bepalen. Wellicht dat in die min of meer besloten clubs cannabis weer iets voor fijnproevers worden. Maar zoals whiskey gewoon 40% en niet 20% alcohol dient te bevat, zo moet je niet gaan proberen het thc-gehalte kunstmatig te verlagen. Trouwens die vaporisator die in de reportage getoond werd, zag er degelijk uit.

Bekeerd cultuurrelativist Obama zich tot universalisme?

De Newyork Times meldt vrijdag: On Friday, both houses of Congress threw full support behind the rights of protesters to challenge the election results. In the House, lawmakers voted 405 to 1 to adopt a nonbinding resolution condemning the violence against demonstrators. The Senate passed a similar resolution later in the day. “This resolution is not about American interests,” said Representative Howard L. Berman, a California Democrat who is the chairman of the House Foreign Affairs Committee. “It’s about American values, which I believe are universal values: the values of the rule of law; of participatory democracy; about individual liberty and about justice.”

De Volkskrant meldt zaterdagavond 20 juni 2009 dat het witte huis die dag een verklaring heeft uitgegeven waarin Obama de regering van Iran oproept te stoppen met alle gewelddadige en onrechtvaardige acties tegen haar eigen volk. Saillant is de motivatie tot deze oproep: ‘De universele rechten op vergadering en vrije meningsuiting moeten worden gerespecteerd.’ Zou Obama onder druk van het parlement een cultuurrelativistische benadering hebben opgegeven?

Momentum in Iran verkeken

Naar aanleiding van Nova, 19 juni 2009 

Als de Iranese samenleving uit zichzelf kan hervormen, dan was afgelopen week het momentum. Zeker toen enkele ayatollahs zich uitspraken voor Mousavi, leek het mogelijk dat het systeem vanuit zichzelf tot inzicht komt. Dat Obama dit momentum niet wilde verstoren, leek adequaat, maar na de toespraak van Khamenei lijken de kansen op een Iraanse perestrojka verkeken.

Inmiddels (zaterdag 20 juli) heeft Obama wederom gereageerd. Hij maakte vooral bezwaar tegen de toon van Khamenei’s toespraak. Dat vind ik een vreemde conclusie. In zijn toespraak verkondigt Khamenei namelijk de meest vreselijke inhoud, op een toon en met een houding van een rustige, wijze geestelijke. Surrealistisch is dat zijn oproep tot bezinning (heel plichtmatig) wordt beantwoord met leuzen als “Dood aan Amerika;” “Dood aan Israël;” “Dood aan Engeland.” Niet bepaald wijze, vergeestelijkte uitspraken.

Wat Khamenei zei, was ook niet erg vergeestelijkt: In bedekte termen dreigde hij dat nieuwe demonstraties met geweld de kop in worden gedrukt; dat leiders van de demonstaties van afgelopen week (waaronder wellicht ook Mousavi) ter dood veroordeeld kunnen worden; dat er geen herverkiezingen  komen; en dat er ook geen omvattende hertellingen zullen plaatsvinden. Om deze inhoud nu een kwestie van toon te noemen.

Waarschijnlijk is dat Obama’s cultuur-relativistische benadering toch te soft is, om zoden aan de dijk te zetten: Wij vanuit onze cultuur zijn voor vrijheid en democratie, maar als jullie vanuit jullie cultuur een theocratische dictatuur prefereren, dan is dat ook prima.

Doen door niet te doen (adequaat handelen 3)

Naar aanleiding van Nova, 17 juni 2009 

Er is al teveel veranderd, zegt Iran-kenner Eefje Blankevoort. Je kunt de huidige situatie niet meer beoordelen louter op basis van de situatie van voor de verkiezingen. Door maandag toch te verschijnen tijdens een demonstratie die hij s’ochtends nog afgeraden had, verandert Mousavi de situatie en verandert de situatie hem. Door de volgende dag tegen de stroom in opnieuw een demonstratie te ontraden, nu om een confrontatie met aanhangers van Ahmadinejad te vermijden, toont hij zich behalve moedig ook verantwoordingsbewust. Mousavi handelt dus zeker adequaat, hoewel je je kunt afvragen in hoeverre hij wordt gedrongen door de situatie. Blankenvoort zegt: Mousavi kon niet meer terug. Hij moest wel naar die demonstratie.

Wie ook handelde vandaag was Obama. Vreemd genoeg is daar noch in het Journaal, noch in Nova aandacht aan besteed. Ik las het vanochtend op de website van NRC:  “Obama wil zich niet ‘bemoeien’ met Iran.” In een filmpje zag ik een omstandig aarzelende Obama. Ik was verbaasd. Je kunt veel zeggen over Obama, maar over het algemeen toch niet dat hij geen ferme standpunten durft in te nemen. Mijn eerste reactie was sjabloonmatig: Wat een sof!

Bij een retoricus als Obama moet je evenwel altijd erop verdacht zijn dat er een strategie achter zit. Toen viel het me op dat ik aarzelen als vijfde categorie van adequaat handelen over het hoofd had gezien (zie mijn reacties op de Nova-reportages over Iran van zaterdag 13  en maandag 15 juni). De vier categorieën die ik voor ogen had waren: 1. Ahmadinejad belonen; 2. Ahmadinejad bestaffen; 3. Mousavi belonen; 4. Mousavi bestraffen. (Ahmadinejad belonen en Mousavi bestraffen vallen sowieso af omdat ik vóór meer vrijheid en democratie in Iran ben.) Admadinejad bestraffen, bijvoorbeeld door de ambassadeur van Iran op het matje te roepen, is op zich niet verkeerd maar toch enigszins plichtmatig. Mousavi belonen zoals Sarkozy dat deed door een vertegenwoordiger van Mousavi te ontvangen, vond ik al een stuk adequater.

Aarzelen lijkt in eerste instantie een stap terug ten opzichte van Ahmadinejad bestraffen. Het komt al aardig dicht in de buurt van meeheulen met de vijand. Dit temeer omdat ik niet enthousiast ben over het feit dat de NAVO op advies van Obama een Turkse vicesecretaris-generaal krijgt (zie reactie op reportage ‘Navo nieuwe chef’ van 4 april jl.) en ook de toespraak van Obama in Egypte als wel erg inschikkelijk ervoer. Misschien dat Ahmadinejad daardoor dacht dat een verkiezingsfraude er ook nog wel van af kon.

Ondanks deze kritiek neem ik nu in overweging dat de aarzelende reactie van Obama de beste keuze was die hij ter beschikking had. Had Obama zich als gedoodverfde vijand namelijk wel uitgesproken, dan had dat waarschijnlijk weerstand opgeroepen, zeker in het kamp van Ahmadinejad en misschien ook in het kamp van Mousavi. Had Obama in het geheel niets van zich laten horen, dan was de mogelijkheid van een reactie steeds boven de markt blijven hangen. Dat kan een mogelijke omwenteling vertragen. Nu Obama evenwel duidelijk zichtbaar geaarzeld heeft, ligt de weg open voor de Iraanse gemeenschap om een keuze tot omwenteling zelf en zelfstandig te maken.

Daarmee is ook meteen een belangrijk verschil met Bush aangegeven. Bush drong vrijheid en democratie op. Opgedrongen vrijheid is evenwel geen vrijheid. Obama daarentegen laat de keuze tot vrijheid. Door te aarzelen lijkt Obama niets te doen. Daarom wellicht dat zijn aarzeling op de Nederlandse televisie weinig aandacht kreeg. Met zijn aarzeling handelt hij evenwel door niet te handelen. Doen door niet te doen. Dat kan een vorm van adequaat handelen zijn.

Adequaat handelen 1 & 2

Adequaat reageren 1

Naar aanleiding van Nova, 13 juni 2009 

… en de wereld kijkt machteloos toe. Of heeft Obama een troef achter de hand? Door nu adequaat te reageren zou hij zijn staatsmanschap kunnen bewijzen. Wat is evenwel adequaat in deze situatie?

Zoete broodjes bakken met Ahmadinejad lijkt me geen optie. Dat is verraad aan de oppositie die zich waarschijnlijk door verkiezingsfraude buitenspel gezet weet. Ahmadinejad vermanend toespreken is al iets geloofwaardiger, maar zal weinig veranderen. De bestaande vijandschap tussen de VS en Iran wordt er alleen maar door bevestigd.

Adequaat lijkt me als Obama (en in zijn kielzog andere westerse leiders zich voorlopig niet richten tot Ahmadinejad, maar tot de groep rond Mousavi. In geval van verkiezingsfraude zijn zij immers de ware democratische machtshebbers. Behandel hen dan ook als zodanig.

 

Adequaat  reageren 2

Naar aanleiding van Nova, 15 juni 2009

Dat Sarkozy een gesprek had met Europees woordvoerder van Mousavi, valt wat mij betreft in de categorie ‘adequaat reageren’. Deze heb ik eerder (als reactie op de reportage ‘Rellen in Iran na herverkiezing Ahmadinejad’ van 13 juni) omschreven als: zich richten tot de groep rond Mousavi.

Vrijheid, vrijheid!

Naar aanleiding van Nova, 11 juni 2009 

Erg bemoedigend om te zien dat de talrijke jeugd in Iran in grote getale voor vrijheid kiest. Hopelijk winnen ze de verkiezingen, en zijn ze daarna voldoende in staat ook de geestelijke leiding van deze theocratie te bedwingen.

Vanzelfsprekend is dat niet. Er is al eens eerder een hervormingsgezinde president gekozen. Die had evenwel niet veel in de melk te brokkelen.

Desalniettemin is het hartverwarmend om te zien hoe de mensen aldaar niet meer in staat zijn zich aan de regels van wat wel en niet mag, te houden. Ze schreeuwen het gewoon uit: Vrijheid, vrijheid!

Blijkbaar is een Islamitisch regime de beste propaganda tegen moslimfundamentalisme. Iran is immers het land waar de hedendaagse Islamitische revolutie begon. Als het daar begint te kantelen, dan is dat wellicht een aanwijzing dat de hoogtijdagen van het moslimfundamentalisme elders ook tanende zijn. Ook Che Quevara  en de RAF streden namens het marxisme voor de grote omwenteling, maar waren na de jaren 70 gewoon passé.

De schijn van democratie als nuance

Naar aanleiding van Nova, 4 juni 2009 

De nuance heeft verloren, concludeert Clairy Polak. Maar, vraag ik me dan af, hoe aan de nuance toekomen als er over de grote lijnen onduidelijkheid blijft bestaan? Een schots en scheve muur kun je toch ook niet mooi strak behangen. De EU heeft weliswaar een parlement maar is bij lange na geen democratie. Besluiten worden namelijk intergouvernementeel genomen. Natuurlijk zijn de staatshoofden die deze besluiten bekokstoven in hun land democratisch gekozen, maar nooit vanwege hun op achternamiddagen in elkaar geflanste Europees beleid. De nationale parlementen kunnen de besluiten van de staatshoofden officieel torpederen, maar doen dat meestal niet. De facto worden ze door de besluiten van de staatshoofden voor het blok gezet. Zelfs de staatshoofden zelf krijgen weinig ruimte om naar eigen goeddunken te beslissen. Ze zetten elkaar onder druk door op zogenaamde topontmoetingen door tot het ochtendgloren door te vergaderen. Beschonken en met kleine oogjes komen ze dan tot een compromis. En het EU-parlement? Dat is vooral leuk voor wie er in zit vanwege de voortreffelijke primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden. De nuance heeft niet verloren. De nuance is zoek. De democratie is zoek.

Als die staatshoofden zich tijdens die topontmoetingen nu zouden beperken tot onder de EU-bevolking breed gedragen besluiten, maar dat doen ze niet. Ze overrompelen de Europese burger met de meest vergaande besluiten waar Europese burgers zelf waarschijnlijk nooit in meerderheid voor zouden hebben gekozen. De burgers van de EU zijn verrast door de versnelde toetreding van tien en vervolgens nog eens twee Oost-Europese landen. Bijna was hen een grondwet in de maag gesplitst. Dan hoeft het toch niet te verwonderen dat veel kiezers wantrouwig zijn ten aanzien hoe in de EU besluitvorming plaatsvindt.

In mijn reactie op Nova Politiek van vrijdag 22 mei heb ik getracht te verduidelijken hoe Groenlinkser Lagendijk zich vrijwillig bindt aan voorwaarden voor toetreding van Turkije. Toeval of niet, deze discussie over de besluitvorming rond een eventuele toetreding van Turkije kreeg een prominente plek in beide debatten met EU-lijsttrekkers. Daar werd duidelijk dat de meeste lijsttrekkers zich eveneens vooraf wensen te binden aan voorwaarden tot een mogelijke toetreding van Turkije, net zoals ook Lagendijk dat doet. Is zo een discussie dan niet relevant omdat toetreden van Turkije momenteel even niet in het verschiet zou liggen? Dat lijkt me geen reden. Nu lijkt toetreding van Turkije ver weg, maar dat kan snel veranderen, zeker omdat Obama zich heeft uitgesproken voor toetreding van Turkije tot de EU. De discussie is hoogstens niet relevant omdat het Europarlement helemaal niet gaat over toetreding van Turkije. Daar gaan de staatshoofden en uiteindelijk de nationale parlementen over. Het Europarlement zal een dergelijk besluit hoogstens nog eens ritueel bevestigen, om de schijn van democratie hoog te houden. Over nuance gesproken.

EU mag zelf haar vrienden uitkiezen

Naar aanleiding van Nova, 22 mei 2009 

Je bent niet gebonden voordat je een verbinding aangaat. Dat lijkt Joost Lagendijk maar moeilijk in te zien.

Hij vindt nog steeds dat de EU gewoon regels voor toetreding moet opstellen. Sterker nog, hij wil gewoon we dezelfde regels toepassen als die golden toen overhaast tien Oost-Europese landen tot de EU werden toegelaten. Tegenover landen die aan de regels voldoen of lijken te voldoen, is de EU vervolgens met handen en voeten gebonden. Nee zeggen is dan in de visie van Lagendijk uitgesloten, want afspraak is afspraak.

Lagendijk begrijpt niet dat de toetreding zelf pas de status van afspraak heeft.

Tot aan de daadwerkelijke toetreding van een land is de EU niet gebonden aan regels met betrekking tot toetreding. De EU is extern zelfs niet gebonden aan het principe van gelijke monniken gelijke kappen. Nee, de EU mag zelf haar vrienden uitkiezen en hoeft daar geen verantwoording over af te leggen. Lid worden van de EU is geen recht, maar een voorrecht.

Hoe bijvoorbeeld zou je in regels moeten vastleggen dat Turkije verschilt van Europa in die zin dat het een land met sterke Islamitisch karakter is? Dat dit waarschijnlijk niet lukt, heeft als consequentie dat dit soort argumenten in het geheel niet meewegen in de regels. En wat niet in regels gevangen is, mag, volgens Lagendijk, niet meewegen in de beoordeling.

Zo formeel als Lagendijk zich opstelt tegenover de EU, zo meegaand stelt hij zich op tegenover toetredende landen. Lagendijk bepleit een boterzachte toepassing van de regels naar toetredende landen toe. Dat landen als Bulgarije en Roemenië daar bij hun toetreding misbruik van gemaakt hebben, geeft hij weliswaar toe, maar leidt bij hem niet tot een andere opstelling. Het is dat hij weet dat toetreding van Turkije momenteel toch geen kans maakt, maar o wee als de kansen keren, dan staat Lagendijk vooraan om Turkije welkom te heten, … en dan hoeft dat met die regels ook niet meer zo.

Taliban vecht om indruk te maken op plaatselijke bevolking

Naar aanleiding van Nova, 16 mei 2009 

De reportage geeft een impressie in de ruimtelijk en tijdelijke verhoudingen waarin de oorlog plaatsvindt. Hoewel zo’n impressie weinig directe prikkeling van het intellect teweegbrengt, sijpelt toch langzaam maar zeker informatie door om een meer gegrond oordeel mogelijk te maken.

Wat opviel was dat de Taliban de strijd met de Amerikanen niet aanging om te overwinnen, maar om te treiteren. De vraag is wat de Taliban daarmee denkt te winnen. De Amerikanen wegpesten zal niet zo een, twee, drie lukken. Dan kan ik me verder alleen maar voorstellen dat ze dat doen om indruk te maken op de plaatselijke bevolking. Niet zozeer om hen tot strijd over te halen, maar meer om macht over hen te verwerven. Zo van: ‘Wij bevechten de Amerikanen, jullie niet, dus wij zijn de baas over jullie.’

Werd in Nederland na de Tweede Wereldoorlog niet ook geweldig opgekeken naar verzetstrijders, en zijn velen van hen niet op belangrijke posten terecht gekomen?

Wij/zij-denken hoort bij professionele moraal van militair

Naar aanleiding van Nova, 16 mei 2009 

Wat zei die soldaat die een kruisteken sloeg alvorens hij het pantservoertuig instapte nu precies?

Volgens de ondertiteling zei hij: ‘Voor ik het kamp uitga, sta ik even stil bij m’n gezin en m’n dierbaren, en vraag ik God om steun. Dan vraag ik of Hij iedereen, niet alleen mij veilig wil terugbrengen.’

In werkelijkheid had hij het over ‘bidden dat God aan onze kant staat’ en over ‘vragen of God niet alleen hem maar het hele team veilig wil terugbrengen’.

Verschil zit ‘m erin dat hij in werkelijkheid van God partijdigheid vraagt. Dat kun je als een professionele moraal beschouwen, omdat wij/zij denken voor een militaire organisatie nu eenmaal onoverkomelijk is. Ook toonde de soldaat een professionele moraal, in die zin dat hij niet alleen voor zijn eigen behoud maar voor dat van het team bad. Als hij alleen voor zijn eigen behoud had gebeden, kon hij daar niet de moraal uit kan putten om zichzelf in gevaar te brengen op het moment dat zijn medesoldaten in nood verkeren.

Ont-moeten

Naar aanleiding van Nova, 11 mei 2009 

Het diplomatieke verschil tussen ontmoeten en ontvangen had ik niet kunnen navertellen als het me niet was uitgelegd. Ontvangen is officiëler en ontmoeten vrijblijvender. Ontmoeten is ont-moeten, zogezegd.

De Dalai Lama is een bescheiden mens of zou dat moeten zijn. Als boeddhist is heel blij met ont-moeten en gaat hij niet een ontvangst opeisen. Een boeddhist accepteert immers wat hem gegeven wordt. Dat heeft een bedelmonnik me verteld.

Toch krijgt de Dalai Lama in Nederland ongevraagd een ontvangst. Een echte ontvangst is het evenwel niet. Het is een virtuele ontvangst. Butler Verhage doet open; de heer des huizes Balkenende blijkt afwezig; maar de bezoeker krijgt namens iedereen officieel ‘de hartelijke groeten.’

Wat er is veranderd afgelopen 10 jaar? China is een economische reus aan het worden. Die ga je niet op zijn tenen staan. Zeker niet in crisistijd. Een economische reus sta je alleen maar virtueel op zijn tenen. Dan denkt het Nederlandse televisievolk dat de regering zich moedig toont, terwijl men in China geen pijn voelt.

En de Dalai lama?, … die glimlacht.

Over de inwisselbaarheid van idealen

Naar aanleiding van Nova, 9 mei 2009 

Negen veroordeelden. Alleen de meest verantwoordelijken. Een soort Neurenberg proces.

Eenbenig voetbal aan het strand. Ziet een beetje surrealistisch uit als je de krukken wegdenkt. Alsof zwaartekracht geen rol speelt als ze trappen. De geluiden klinken jongensachtig enthousiast.

Door de rebellen tot prostitutie gedwongen vrouwen in een naaiatelier ter grootte van een garage. De subsidieverstrekkers zijn leden van het internationale gerechtshof.

Kindsoldaten zijn slachtoffer en dader.

Plastic stoelen verspreid in een smoezelig zaaltje dat ingericht is voor een informatiebijeenkomst van het internationale gerechtshof.  Dient als verantwoording naar de bevolking toe. Alle volwassenen en kinderen vinden plaats op een van de 50 stoelen.

“Waarom niet meer veroordeelden?”, is een vraag. Kunt niet jaren blijven procederen, is het antwoord. De sfeer is sloom. De zon schijnt die dag niet.

De Nederlander Herman von Hebel neemt ontslag en draagt de leiding van het tribunaal in Sierra Leone over aan een inheemse vrouw.

Het falen van rechtvaardigheid, wordt zorgvuldig met het streven naar emancipatie toegedekt. Daarna de thuisreis aanvaardt.

Nuttig? Als aanstichters straffen, aanstichten voorkomt, dan is het nuttig.

Oudtestamentische niemandslanden

Naar aanleiding van Nova, 6 mei 2009 

Als je die mensen in hun dorpen in Afghanistan ziet, dan denk je dat je in een film over het oude testament bent terechtgekomen. Wellicht kun je dan ook uit het oude testament afleiden, hoe die mensen het best te benaderen zijn.

Staatsvorming heeft in het oude testament nog maar beperkt plaatsgevonden. De verschillende stammen moeten er op basis van bilaterale afspraken onderling zien uit te komen. Als invasiemacht in Afghanistan kun je daarom ook maar het beste verbonden sluiten met diverse stammen.

Zowel in Afghanistan als in Pakistan heerst de staat niet over het hele land. In het oude testament is er ook geen alomvattende macht en zelfs geen alomvattende lappendeken van macht. Binnen de landsgrenzen bestaat in beide gevallen een soort niemandsland waarvan je nog maar moet afwachten of iemand het claimt en hoe krachtig die claim dan is. In zulk een machtsvacuüm kan de Taliban gedijen omdat ze beschikt over wapens.

De Taliban is heeft een klap van de molen der moderniteit gehad. Zij streven naar staatsvorming in die zin dat zij de stammen wil overheersen. In Afghanistan hebben ze de staatsmacht al in handen gehad. Zelf zijn ze niet echt een stam, maar het is niet onwaarschijnlijk dat ze hun machtsbasis in bepaalde stammen hebben. Via die stammen kun je zelfs indirect onderhandelen met de Taliban, zonder ze te erkennen.

Je zou de Taliban kunnen isoleren door de stammengemeenschappen een officiële status te geven. Dat doe je niet door van stammen een soort provincies te maken, maar wel door bepaalde rechten en plichten op stamniveau te regelen, net zoals wij dit doen voor gezinnen en organisaties. Je moet dan maar accepteren dat die stammen zelf niet democratisch zijn. Dat zijn gezinnen en organisaties overigens ook niet.

Tot zover zou het probleem oplosbaar moeten zijn. Het echte probleem is evenwel Pakistan. Pakistan is geen staat,  maar een façade van een staat. Naar India toe profileert Pakistan zich als staat, compleet met kernwapens. Maar in het binnenland vervuld ze toch veel meer de rol van stam onder stammen. Pakistan is immers niet de baas over heel Pakistan en heeft daar vrede mee. Zelfs het leger ambieert niet baas over heel Pakistan te zijn. Gezien hun verleden in Afghanistan, koesteren de Taliban in Pakistan die ambitie wel. Als het althans bij die ambitie blijft.

Nederlanders als modelimmigranten

Naar aanleiding van Nova, 27 april 2009 

… en dat Nederlanders zich zo goed aanpassen in Frankrijk, en dat ze hard willen werken, en zoveel van de Franse cultuur en natuur houden… Zoveel goeds heb ik in jaren niet gehoord over Nederlanders in het hyper-zelfkritische Nederland. Ik ben het niet meer gewend. Ik wordt er helemaal verlegen van.

Laten ik deze positieve ervaring positief benutten door er een lijst van positieve voorwaarden uit te destilleren die maken dat immigratie (vanuit ons perspectief emigratie) positief uitpakt. Laten ik de lijst niet te lang maken, want dan wordt het zo’n waslijst. Laten ik me beperken tot drie punten. Dan blijft het overzichtelijk:

  1. Er moet een plek vrij zijn voor de immigrant in het land van aankomst. De      inwoners van de Morvan zitten verlegen om bakkers, slagers, fysiotherapeuten,     artsen en wat dees meer zei. De Nederlanders verdringen geen Fransen door      deze posities in te nemen.
  2. De immigranten dienen bereid te zijn te investeren in hun positie in de voor      hen nieuwe samenleving. De fysiotherapeut doet dit door zijn vakbekwaamheid      in te zetten, maar ook door de praktijk te moderniseren. De mensen van de      wasserij doen dit door flink door te werken, maar ook door de wasserij op te kopen.
  3. De immigranten dienen sympathie te koesteren voor de cultuur van aankomst en met graagte bereid zijn zich daaraan aan te passen (met behoud van eigen      identiteit voeg ik daar als geconditioneerde Nederlander snel aan toe). Dus gewoon een siësta tussen de middag, stokbrood bij het ontbijt en bij het diner een glaasje wijn.

Nederlanders als modelimmigranten, Welke Nederlander had dat ooit kunnen bedenken? Je moet het eerst zien, dan geloof je het pas.

Wat is er fundamenteel aan de JSF?

Naar aanleiding van Nova, 23 april 2009 

Ja, waar gaat de discussie rond de JSF nu eigenlijk om? Om het regelen van de hegemonie van het Westen tot om en nabij 2050, of om ‘hoeveel geld terug bij ruilen?’

Wat opvalt is dat het JSF-project net als de Betuwelijn veel politieke energie slurpt. Steeds moet de politiek er weer aan te pas komen om het project verder te loodsen, en steeds ontstaat dan de illusie dat het project alsnog kan worden afgeblazen. Steeds ontstaat daardoor de fundamentele discussie: ‘Moeten we dit wel willen?’ Dat biedt hoop aan de tegenstanders, maar of die hoop terecht is? Defensiespecialist Colijn denkt in het geval van de JSF van niet.

Erg dapper is het allemaal niet, maar in tegenstelling tot wat de oppositie van links tot rechts roept, heeft de PvdA, vanuit hun optiek, best goede zaken gedaan. Met een uitstaprisico van 20 miljoen wordt werkgelegenheid beschermd, en – wat belangrijker is – het definitieve besluit wordt over de verkiezingen heen getild. De kans dat een nieuwe coalitie de JSF alsnog afblaast, wordt hierdoor niet groot, maar wel vergroot.

Van hoogste geweldsspectrum tot hoogste baas NAVO

Hoogste geweldsspectrum en hoogste baas NAVO

Naar aanleiding van Nova, 22 april 2009 

Het hoogste geweldsspectrum is tijdens de hoorzitting maar weinig aan de orde geweest. Dat onderwerp valt waarschijnlijk onder de geheimhouding waar de tweede kamer aan gebonden is. Ik ben niet ingevoerd, ik weet niet wat er geheim is, dus ik mag er naar gissen. Laten we dat het eens proberen:

Bij het hoogste geweldsspectrum gaat het om atoomwapens (zie ook mijn reactie op de reportage over de JSF van 14 april). Nederland neemt deel aan een atoomwapenprogramma van de Amerikanen waarbinnen de  JSF’s wordt gebruikt. Amerika heeft er belang bij dat ook bondgenoten overweg kunnen met atoomwapens. Maar dan moet je wel een betrouwbare bondgenoot zijn. Nederland heeft een uitnodiging om zo een speciale bondgenoot te zijn, en voelt zich daardoor vereerd. Rond de F16 bestond ook al zo een atoomwapenprogramma. Het atoomwapenprogramma wordt overgeheveld van de F16 naar de JSF. Door mee over te stappen, voorkomt de Nederlandse regering dat  het bestaande mandaat om deel te nemen aan een kernwapenprogramma verloopt. De kiezer hoeft dus niet om een nieuw mandaat  gevraagd te worden. Met de komst van de JSF wordt de ‘inner circle’ van vertrouwelingen van de VS kleiner maar de onderlinge band groter. Door niet mee te doen aan de testfase van het JSF-project, plaatst Nederland zich buiten de ‘inner circle’ van bondgenoten in wie de VS bijzonder vertrouwen stelt.

De verkiezing van Jaap de Hoop-Scheffer tot secretaris-generaal was een eerdere blijk van het bijzondere vertrouwen dat de VS in ons stelt. We waren toen al voor honderden miljoenen in het JSF-project gestapt. Het kabinet heeft deze blijk van vertrouwen beantwoordt door politieke steun voor de oorlog in Irak uit te spreken. Daarmee was de vertrouwensrelatie bezegeld. Officieel is elke beslissing afzonderlijk op inhoudelijke gronden genomen.

Kort (door de bocht) samengevat: Jaap de Hoop-Scheffer gaat ons nog een dikke zes miljard euro kosten.

Uit spionage blijkt aanhoudende loyaliteit naar Marokko toe

Naar aanleiding van Nova, 21 april 2009 

Zoals het voorbeeld van die politieagent die naast Maxima zat, demonstreert, verloopt de Marokkaanse spionage veelal via burgers van Marokkaanse komaf. Wellicht wordt hierbij beroep gedaan op hun loyaliteit naar Marokko toe. Bekend is dat de Marokkaanse overheid haar voormalige onderdanen niet los laat. Dat blijkt uit het gegeven dat ze geen afstand kunnen doen van hun Marokkaanse nationaliteit.

Dat Marokkanen geen afstand kunnen doen  van hun oorspronkelijke nationaliteit, was in de jaren ‘90 een belangrijke reden voor Nederland om een dubbele nationaliteit dan maar te accepteren. Achteraf is daarbij de reden bedacht dat een dubbele nationaliteit staat voor een dubbele identiteit. Identiteit is evenwel niet hetzelfde als nationaliteit. Er zijn honderden identiteiten te verzinnen, die niets met nationaliteit te maken hebben. Andersom staat nationaliteit nog lang niet garant voor identiteit.

In feite is nationaliteit een rechtspositie waar rechten en plichten mee verbonden zijn. Via die rechten en plichten wordt je toekomst ingekaderd. Een keuze voor een nationaliteit doe je daarom met het oog op de toekomst. Een dubbele nationaliteit betekent een dubbele toekomst, en niet, zoals dikwijls gedacht, dat verleden en toekomst verbonden worden. Via de dubbele nationaliteit behoudt een land als Marokko invloed op de tot Nederland genationaliseerde Marokkanen, en daarmee invloed op de toekomst van Nederland. De vraag  is of dat gewenst is.

Kindsoldaten van slachtoffer tot dader

In de reportage van Nova, 18 april 2008 ging het met name om de vraag of kindsoldaten dader of slachtoffer zijn. Het trieste is dat dit onderscheid bij kindsoldaten niet te maken is. Waarschijnlijk klopt het dat de kinderen in eerste instantie gedwongen worden tot geweld, maar dat doet er op den duur niet meer toe. Juist omdat deze kinderen door hun ervaringen met geweld gevormd worden, vergroeien ze daarmee, en verworden ze tot volwassenen voor wie geweld vertrouwd is en altijd binnen handbereik ligt. Ze verworden zodoende van slachtoffer tot dader. Natuurlijk zijn er individuele verschillen, maar het is toch te verwachten dat Sierra Leone nog niet verlost is van problemen met deze populatie ex-kindsoldaten.

Net als de kindsoldaten is ook Gini Mooy in zekere zin slachtoffer van haar vorming, want de methode van participerende observatie die haar als antropoloog onderwezen is, draagt bij aan een al te vergoelijkende houding ten aanzien gruwelijkheden die bepaald niet kinderachtig zijn. Het is deze vergoelijkende houding van beroepshalve al te aardige antropologen die leidt tot cultuurrelativisme. En cultuurrelativisme mondt uit in zelfverkozen machteloosheid: Een tragedie los je immers niet op door enkel van perspectief te veranderen.