De beperking tot je naaste leidt tot vreedzaamheid

Het is nog niet zo gemakkelijk om uit te leggen wat Christendemocratische politiek haar eigen karakter verleent. In het verleden heeft het CDA dan ook dikwijls leentjebuur gespeeld bij PvdA en VVD, met als gevolg dat het CDA schatplichtig geraakte aan die partijen. Toch is het mijns inziens voor het CDA mogelijk om haar eigen route te bepalen op basis van christelijke grondslagen.

Laat ik mij bij deze gelegenheid beperken tot het onvervreemdbare christelijke gebod van de naastenliefde: “Heb je naaste lief als jezelf.” Volgens mij betekent dit gebod dat je in eerste instantie moet zorgen voor een goede verstandhouding met de mensen in je eigen omgeving. Als iedereen dat zou doen dan zou de wereld er al een stuk beter uitzien. En voor zover het in de wereld meevalt, dan is dat toch te danken aan dit principe.

Toen mijn godsdienstleraar mij evenwel voor het eerst in aanraking bracht met dit geloofsartikel, was zo ongeveer het eerste wat hij zei dat we ‘naaste’ vooral niet letterlijk moesten opvatten, niet enkel als mensen met wie we veelvuldig verkeren. Ook mensen die je helemaal niet kent, en die op een heel ander continent wonen dienen als naasten worden opgevat.

Maar met zo’n ruime interpretatie verliest het gebod mijns inziens zijn betekenis. Dan komen we terecht in een wereld waarin iedereen zich met iedereen bemoeit en dan ontstaan er onderlinge conflicten. Communisten bijvoorbeeld vinden dat hun denkbeelden overal dienen te gelden, en ontlenen hieraan het recht om een wereldrevolutie te ontketenen. Het werkzame van het gebod van de naastenliefde is nu juist dat allerlei conflicten voorkomen worden als iedereen beseft dat zijn verantwoordelijkheid  zich in eerste instantie beperkt tot zichzelf en zijn naasten. Waar het liberalisme vooral denkt in individuen, en het socialisme in massa’s, daar denkt de christendemocratie vooral in termen van beperkte menselijke verbanden.

Tot op zekere hoogte leidt dat tot wij-zijn denken, maar tegelijkertijd tot relativering  daarvan, want iedere wij-zij tegenstelling is ingebed in een omvattender wij. Echter, anders dan socialisten plegen christendemocraten dat dit omvattender wij niet belangrijker te vinden dan het kleinere wij. Je zou het als bekrompenheid kunnen opvatten dat de christendemocratie  juist het kleinere wij hoog achten. Het heeft in ieder geval tot gevolg dat er binnen de christendemocratie nooit een moraal is ontstaan volgens welke het verraden van je ouders als een nastrevenswaardige deugd wordt gezien, zoals dat wel het geval is geweest binnen het communisme en fascisme.

Christendemocraten beseffen dat er weinig zo erg is dan dat je eigen kind iets overkomt. Ze begrijpen evenwel ook heel goed dat ieder kind het eigen kind van iemand is.