Naar aanleiding van Nova, 17 juni 2009
Er is al teveel veranderd, zegt Iran-kenner Eefje Blankevoort. Je kunt de huidige situatie niet meer beoordelen louter op basis van de situatie van voor de verkiezingen. Door maandag toch te verschijnen tijdens een demonstratie die hij s’ochtends nog afgeraden had, verandert Mousavi de situatie en verandert de situatie hem. Door de volgende dag tegen de stroom in opnieuw een demonstratie te ontraden, nu om een confrontatie met aanhangers van Ahmadinejad te vermijden, toont hij zich behalve moedig ook verantwoordingsbewust. Mousavi handelt dus zeker adequaat, hoewel je je kunt afvragen in hoeverre hij wordt gedrongen door de situatie. Blankenvoort zegt: Mousavi kon niet meer terug. Hij moest wel naar die demonstratie.
Wie ook handelde vandaag was Obama. Vreemd genoeg is daar noch in het Journaal, noch in Nova aandacht aan besteed. Ik las het vanochtend op de website van NRC: “Obama wil zich niet ‘bemoeien’ met Iran.” In een filmpje zag ik een omstandig aarzelende Obama. Ik was verbaasd. Je kunt veel zeggen over Obama, maar over het algemeen toch niet dat hij geen ferme standpunten durft in te nemen. Mijn eerste reactie was sjabloonmatig: Wat een sof!
Bij een retoricus als Obama moet je evenwel altijd erop verdacht zijn dat er een strategie achter zit. Toen viel het me op dat ik aarzelen als vijfde categorie van adequaat handelen over het hoofd had gezien (zie mijn reacties op de Nova-reportages over Iran van zaterdag 13 en maandag 15 juni). De vier categorieën die ik voor ogen had waren: 1. Ahmadinejad belonen; 2. Ahmadinejad bestaffen; 3. Mousavi belonen; 4. Mousavi bestraffen. (Ahmadinejad belonen en Mousavi bestraffen vallen sowieso af omdat ik vóór meer vrijheid en democratie in Iran ben.) Admadinejad bestraffen, bijvoorbeeld door de ambassadeur van Iran op het matje te roepen, is op zich niet verkeerd maar toch enigszins plichtmatig. Mousavi belonen zoals Sarkozy dat deed door een vertegenwoordiger van Mousavi te ontvangen, vond ik al een stuk adequater.
Aarzelen lijkt in eerste instantie een stap terug ten opzichte van Ahmadinejad bestraffen. Het komt al aardig dicht in de buurt van meeheulen met de vijand. Dit temeer omdat ik niet enthousiast ben over het feit dat de NAVO op advies van Obama een Turkse vicesecretaris-generaal krijgt (zie reactie op reportage ‘Navo nieuwe chef’ van 4 april jl.) en ook de toespraak van Obama in Egypte als wel erg inschikkelijk ervoer. Misschien dat Ahmadinejad daardoor dacht dat een verkiezingsfraude er ook nog wel van af kon.
Ondanks deze kritiek neem ik nu in overweging dat de aarzelende reactie van Obama de beste keuze was die hij ter beschikking had. Had Obama zich als gedoodverfde vijand namelijk wel uitgesproken, dan had dat waarschijnlijk weerstand opgeroepen, zeker in het kamp van Ahmadinejad en misschien ook in het kamp van Mousavi. Had Obama in het geheel niets van zich laten horen, dan was de mogelijkheid van een reactie steeds boven de markt blijven hangen. Dat kan een mogelijke omwenteling vertragen. Nu Obama evenwel duidelijk zichtbaar geaarzeld heeft, ligt de weg open voor de Iraanse gemeenschap om een keuze tot omwenteling zelf en zelfstandig te maken.
Daarmee is ook meteen een belangrijk verschil met Bush aangegeven. Bush drong vrijheid en democratie op. Opgedrongen vrijheid is evenwel geen vrijheid. Obama daarentegen laat de keuze tot vrijheid. Door te aarzelen lijkt Obama niets te doen. Daarom wellicht dat zijn aarzeling op de Nederlandse televisie weinig aandacht kreeg. Met zijn aarzeling handelt hij evenwel door niet te handelen. Doen door niet te doen. Dat kan een vorm van adequaat handelen zijn.