Naar aanleiding van Nova, 16 april 2009 en Pauw & Witteman, 16 april 2009
Als de minister van verkeer en waterstaat zegt dat je door rood mag rijden, dan is dat nog niet zo. Net zomin kan de minister van binnenlandse zaken een eigen uitleg geven aan regels ten aanzien van woonkosten van burgemeesters als deze in een toelichting op de wet ondubbelzinnig omschreven staan. Zo heb ik, vrij vertaald, de strekking van dat artikel dat niet geplaatst mag worden, begrepen. Graag had ik gezien dat Wolfsen in Nova in discussie was getreden met de hoofdredacteur van Ons Utrecht of met de auteur van het artikel. Ook zou het artikel in naam van de persvrijheid alsnog gepubliceerd moeten worden.
De excuses van Wolfsen zijn allesbehalve ruiterlijk te noemen. Behalve dat hij zich nog steeds in negatieve zin uitlaat over het artikel, zegt hij enkel dat wanneer ook maar de schijn is gewekt dat hij een heel klein beetje verkeerd heeft gedaan, dat het hem dan heel erg spijt. Hij presenteert zich als een heilig boontje dat zich al de kleren van het lijf rukt, zelfs bij de kleinste zonde. De Wolfsen die ik via deze affaire heb leren kennen, is daar in zekere zin het spiegelbeeld van. Deze Wolfsen zou gezegd kunnen hebben: ‘Als mijn integriteit ook maar in het minste in twijfel getrokken wordt, dan moet zelfs de persvrijheid wijken.’