Fascisme kun je niet ontlopen

Naar aanleiding van Het filosofisch kwintet, 10 juli 2011. Uitgebreide versie van De beschuldiging van fascisme kun je niet ontlopen.

Het typische aan een ijkpunt is dat je je ten opzichte van dat ijkpunt dient te verhouden. Als je fascisme beschrijft als extreem rechts en nationalistisch, dan impliceert dit dat je maar beter links en internationalistisch kunt zijn. Daarmee is een ontwikkelingsrichting gedefinieerd die weg van het kwaad naar het goede leidt. De richting der maatschappelijke vooruitgang wordt zodoende als bekend verondersteld. Het impliceert ook dat voor iedere stap terug op dat pad, gewaarschuwd kan worden voor een terugkeer naar het fascisme. Zelfs iedere aarzeling het pad verder te vervolgen, kan opgevat worden als een neiging tot het fascisme.

Hoe verder men dit pad van het antifascisme vervolgt, hoe ruimer de definitie van wat fascisme is, lijkt te worden, hoe gemakkelijk ook men beschuldigt wordt van fascisme. Het hoogtepunt van deze ontwikkeling, lijkt te liggen in de jaren ’80. Toen werd in de kringen waarin Bas Heijne verkeerde zelfs de gevestigde macht met een zekere vanzelfsprekendheid als fascistisch gezien. De definitie van fascisme werd zelfs zo ruim dat men zichzelf niet meer kon sparen voor de beschuldiging van fascisme. Ook bij zichzelf ontdekte men zo zijn donkere kanten. De uiterste consequentie van het antifascisme is dus dat je zelf het boetekleed aantrekt. Je lijkt je dus te verwijderen van het fascisme, maar uiteindelijk wordt je toch weer door het fascisme ingehaald. Je kunt het fascisme via het antifascisme dus niet ontlopen.

Niet eens alles anders willen doen

Een op het eerste gezicht moeilijkere maar uiteindelijk effectievere strategie dan het antifascisme begint met het besef dat je niet kan weglopen voor het fascisme. Je kunt het fascisme niet buiten jezelf plaatsen. Dat moet je ook niet proberen, want dan wordt je uit evenwicht gebracht. Je wordt dan tot steeds extremere standpunten gedwongen. Wat je moet doen, is het fascisme verdringen door haar plaats in te nemen. Je moet je plaatsen voor hetzelfde type problemen, en dan niet eens alles anders willen doen, maar zo onbevangen mogelijk je eigen oplossingen bedenken. Dan pas kun je je bevrijden van het fascisme.

Desensibiliseren maakt trauma behandelbaar

Ton Zwaan noemt het fascisme een trauma. Dit geldt voor de mensen bij wie het fascisme heel direct heeft ingegrepen in hun persoonlijke leven. Maar ook voor mensen die minder direct betroffen zijn, blijft het fascisme onvoltooid verleden tijd. Het fascisme bestempelen als historisch trauma impliceert, dat we als samenleving nog steeds niet onbevangen naar het fascisme kunnen kijken. Omdat we het fascisme als het absolute kwaad zien, kunnen we het niet ontleden, want, dat je iets als absoluut opvat, betekent immers dat je het essentialistisch opvat en een essentie valt per definitie niet te ontleden. Daarom ook dat de beschuldiging van fascisme iedere verdere discussie stopzet. Het is alsof we rond het fascisme een prikkeldraad hebben gespannen en er een bordje hebben geplaatst met als tekst: verboden terrein.

Je zou kunnen zeggen dat in de persoon van Janmaat, Bolkestein, Fortuyn, Verdonk en Wilders sinds de jaren ‘80 het nodige werk wordt verricht om onze traumatische overgevoeligheid voor het fascisme te desensibiliseren. Niet zonder succes, want dikwijls is geconstateerd, dat wat toen absoluut niet gezegd mocht worden, nu wel gezegd mag worden. Desensibiliseren is dus nodig om tot een verdere behandeling van het historische trauma toe te komen. Desensibiliseren is nodig om je niet weg te laten pesten door het spook van het fascisme.

Geen vergissing die je ertussenuit kunt knippen

Een andere reden dat je het fascisme niet buiten jezelf kunt plaatsen, is dat het een historisch feit betreft. Het is niet louter een historische vergissing die je ongedaan kunt maken door deze ertussenuit te knippen. Het fascisme is ontstaan omdat het de tegenstellingen tussen de bezittende en de arbeidende klasse, zoals deze ontstaan zijn sinds de aanvang van de industriële revolutie, wil verzoenen. Eendrachtigheid is voor fascisten belangrijk. Je zou kunnen zeggen dat het na te streven model van het fascisme voor de staat de perfect opererende machine is, waarbij alles op een naadloze wijze samenwerkt ten behoeve van een en hetzelfde doel. Het was fascisten een doorn in het oog dat de staat gebukt ging onder tegenstellingen. Een complicerende factor daarbij was dat zo niet socialisten dan toch zeker communisten niet alleen streden om hun positie binnen de staat te verbeteren ten opzichte van de bezittende klasse, maar dat ze ook de staat zelf bestreden. Zo bezien zagen fascisten het communisme als een beweging met een inherent destructieve impact. En deze kritiek op het communisme kan ook vanuit het huidige tijdsgewricht niet als geheel onjuist verworpen worden.

Natuurlijk heeft de staat-als-machine-ideologie van het fascisme ook zo zijn zwakke kanten. Om te beginnen heeft het fascisme de neiging de burger op te vatten als slechts een radertje in dienst van de machine, terwijl wellicht met meer recht gesteld kan worden dat een staat bestaat om dienstbaar te zijn aan haar burgers. Tenminste, zo denk ik erover.

Verder bestaat het gevaar dat, vanuit een benadering van de staat als machine, gestreefd wordt naar een al te ver doorgevoerde  standaardisering. Het fascisme kan zich zodoende maar moeilijk onttrekken aan sterke oordelen over hoe mensen moeten zijn of niet moeten zijn. Uitzonderingen worden niet getolereerd. Voor lichamelijke en geestelijke beperkingen, voor seksuele gaardheden die de voortplanting niet dienen, was, in ieder geval binnen het Duitse fascisme, weinig begrip. Net zo min was er begrip voor etnische groepen die sinds jaar en dag een cultuur binnen de cultuur vormden, en daarom minder goed te standaardiseren waren, zoals joden en zigeuners.

Fascisme als vooroorlogse toekomstmuziek

Ad Verbrugge stelde in de uitzending dat we tegenwoordig het fascisme alleen kunnen bezien vanuit haar consequenties. We kunnen het fascisme dus niet los zien de ellende die het heeft opgeleverd. Dat betekent dat we moeilijk in staat zijn ons te verplaatsen naar de tijd vóórdat die consequenties werkelijkheid waren geworden; naar de tijd dat het fascisme zogezegd haar onschuld nog niet verloren had. Ik vraag me af of het fascisme toen gezien werd als een beweging die louter ressentiment vertegenwoordigde of dat het werd gezien als een modernistische, toekomstgerichte beweging die de miserie uit het verleden juist in versneld tempo achter zich wilde laten. Het fascisme manifesteerde zich toen als een fenomeen dat eigenlijk wereldwijd in de mode was. Fascisme met haar voorstelling van een samenleving die eendrachtig als een geoliede machine de toekomst inrolt, fascineerde waarschijnlijk een hoop mensen. Ieder land had wel zo zijn fascistische beweging, zo ook Nederland. Vergeet ook niet het economisch succes waarop het fascisme in eerste instantie kon bogen. Via een extreem stimuleringsbeleid verdween in Duitsland de werkloosheid als sneeuw voor de zon. Bedenk ten slotte ook dat het fascisme zich nog niet als een destructieve kracht van buitenaf tegen ons land had gekeerd.  Vanuit de vooroorlogse situatie bezien is het dus het minder gemakkelijk het fascisme buiten jezelf kan plaatsen, of is het, andersom bekeken, juist gemakkelijker je in te leven in het enthousiasme dat toentertijd voor het fascisme bestond.

Fascisme als naoorlogse realiteit

Een laatste reden waarom het fascisme, of we het willen of niet, deel van ons uitmaakt, is dat het de loop der geschiedenis, dus ook ons huidige bestaan, op tal van terreinen beïnvloed heeft. Vergeet niet dat met name het Duitse fascisme op een groot aantal terreinen innovatief was. Het had niet zo gek veel gescheeld of het waren de Nazi’s geweest die de atoombom hadden ontwikkeld. Het waren ook de Nazi’s die aan de wieg stonden van de rakettechnologie. Ze kwamen ook met de Autobahn en met de Volkswagen dat ook na de oorlog doorslaande successen bleken te zijn. Zij waren het ook die voor het eerst een soortement van Keynesiaans economisch beleid durfden toe te passen en daarmee het werkloosheidsprobleem in korte tijd oplosten. Dat ze innovatief waren, kan de fascisten dus niet ontzegd worden. Zodoende hebben ze de naoorlogse tijd mede vorm gegeven. Ook dat is een reden waarom we het fascisme niet kunnen ontlopen.

Tot slot een vervelende vraag: Is het onmogelijk dat de onderzoekingen van Mengele en consorten tot medisch zinvolle resultaten hebben geleid, omdat hun onderzoeksmethoden ethisch onverantwoord waren, of konden zij juist sneller tot belangrijke resultaten komen, omdat ze immers niet belemmerd werden door ethische beperkingen? Eigenlijk is het antwoord ook niet moeilijk: Natuurlijk heb je met minder ethische beperkingen meer onderzoeksmogelijkheden. Dat betekent overigens niet dat die ethische beperkingen er dan maar niet zouden moeten zijn. Het betekent echter wel dat het niet uitgesloten was, dat Mengele en consorten, op basis van hun verruimde onderzoeksmogelijkheden, tot belangrijke medische resultaten waren gekomen.