Naar aanleiding van Nova, 9 januari 2010
Om de onvermijdelijkheid van belangenverstrengeling aan te tonen, vergelijkt bestuurskundige Leo Huberts de affaire rond de Bulgaarse vakantievilla van de heer Leers met het voorbeeld dat Leers lid zou zijn van een Maastrichtse voetbalclub. Op het moment dat die voetbalclub subsidie aanvraagt voor een kunstgrasveld raakt het gemeentebestuur en dus ook de burgemeester onvermijdelijk daarbij betrokken. De vergelijking met gaat evenwel mank omdat de voetbalclub onvermijdelijk onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van Maastricht valt, terwijl wat er in Bulgarije gebeurd juist pertinent niet onder de verantwoordelijkheid van Maastricht valt.
Indien Maastricht iets heeft uit te staan met Bulgarije, dan vraagt dat sowieso uitleg. Als dan blijkt dat de betrokkenheid op Bulgarije alles te maken heeft met het gegeven dat de burgemeester van Maastricht – in zijn privéhoedanigheid via de aankoop van een vakantievilla – is gecommitteerd is aan Bulgarije, dan is de conclusie onvermijdelijk dat de belangenverstrengeling bewust is opgezocht: zonder de vakantievilla van Leers, geen formele contacten tussen Maastricht en Bulgaarse overheden. De belangenverstrengeling is dus gezocht en alleszins vermijdelijk.