De ideale stad bestaat al. Dat is de historische stad. Dat is een biotoop waar mensen zich in thuis voelen. Eigenlijk gaat het erom de principes van de historische stad steeds opnieuw vorm te geven. Het wiel moet dus keer op keer uitgevonden worden.
Nederland heeft veel historische steden. De stad waar ik woon, Maastricht, is er een van. Ik gebruik Maastricht als voorbeeld van wat er goed en fout kan gaan.
Geen groots totaalplan
De laatste jaren wordt er veel vertimmerd aan de binnenstad, alsof Maastricht een oud pand is dat in zijn geheel verbouwd wordt volgens de inzichten anno 2005. Het nadeel hiervan is dat je een totaalplan over de stad laat razen. Nu lijkt het nog bij de tijd, maar over 10 jaar vraagt het om een nieuw totaalplan volgens de dan heersende inzichten. De fout die gemaakt is, is dat gezondigd is tegen het principe van de historische stad die min of meer organisch, stukje bij beetje aangroeit. Dat proces kun je stedenbouwkundig simuleren de stad te ontwikkelen via meerdere kleine projecten die onafhankelijk van elkaar staan, met voldoende leertijd ertussen om nieuwe inzichten te laten doordringen en zo de verscheidenheid in stand te houden.
Niet ondertunnelen maar onderbruggen
Hoe de verkeersstromen door en langs de stad te leiden is een majeur probleem voor elke stad.
Lange ondergrondse tunnels blijken steeds weer technische problemen op te leveren. Waar ik op wil wijzen is dat ondertunneling ook tot stedenbouwkundige rigiditeiten leidt. Even een beetje anders, leidt in de toekomst steeds weer tot grote ingrepen. In Maastricht wil men de A2 ondertunnelen. Die oplossing wordt veel minder fraai als wordt voorgespiegeld. Beter is om de Luikse methode van ongelijkvloerse kruisingen opnieuw uit te vinden. Belangrijk is dat men zich afvraagt hoeveel meter weg ondertunnelt kan worden voordat er hele luchtafvoersystemen toegepast moeten worden. Dat zijn waarschijnlijk zo’n 200 meter. Wat men kan doen is de hoofdwegen zoveel mogelijk verdiept aanleggen en deze in ruime mate overbruggen met bruggen tot 200 meter breed. Geluidshinder wordt gereduceerd. De stad wordt leefbaar en bereikbaar. Het verkeer zit de stad niet in de weg op relatief eenvoudige, en daarom elegante manier.
Fietsroutes de stad in en uit
Binnen de stad moet je prettig kunnen fietsen. Mijn ervaring daarbij is dat het niet fijn is om langs grote verkeersslagaders te fietsen, ook al zijn deze voorzien van riante fietspaden. Van de andere kant is het ook niet mogelijk een fietsroute systeem te maken dat enkel voor fietsen bestemd is. Stedenbouw is nu eenmaal woekeren met de ruimte. Een oplossing is om fietsroutes te laten lopen door woonwijken over wegen waar enkel plaatselijk autoverkeer mogelijk is. Belangrijk is dat het om doorgaande routen gaat. Belangrijk is dus voorzieningen te treffen van hoe bijvoorbeeld de ringweg overgestoken kan worden. Ook dient de binnenstad met de fiets doorkruisbaar te zijn. In Maastricht is daar geen rekening mee gehouden door de hele binnenstad te voorzien van kinderkopjes, die bepaald niet fietsvriendelijk zijn. Ook is niet erover nagedacht hoe fietsers het voetgangersdomein kunnen oversteken. Zoals in veel steden worden fietsers geacht om het voetgangersdomein heen te rijden. Waar er fietsroutes zijn van de wijken naar de binnenstad, daar is het een kleine moeite om die fietsroutes door te trekken naar de natuur om de stad. Maastricht heeft voldoende mooie natuur om zich heen om via prettige fietspaden te ontsluiten.
De wijk als dorp uitgekristalliseerd
In Maastricht zijn voormalige dorpen in de loop der tijd opgeslokt door de stad. Dat zal ook in andere steden geen onbekend verschijnsel zijn. Wat nu opvalt is dat wijken die uit voormalige dorpen zijn ontstaan meer sociale samenhang vertonen dan wijken die uit het niets uit de grond gestampt zijn. De oplossing zou dus zijn de herontdekking van het dorp op wijkniveau. Die oplossing is voor een deel architectonisch van aard, waarmee niet bedoeld is een terugkeer naar boerenbouwstijlen. Wat een dorp karakteristiek maakt is dat toevalligheden ooit zomaar hebben kunnen plaatsvinden, Een dorp is daarom zoals het is. Je zou dat toeval moeten opnieuw moeten creëren, om er vervolgens omheen te kristalliseren. Enkele goede gebouwen, goed gesitueerd ten opzichte van elkaar als kristallisatiepunt. Daarnaast is belangrijk dat de wijk net als het dorp een functioneel geheel vormt. Allerlei voorzieningen dienen op wijkniveau voorhanden te zijn, min of meer op of rond het kristallisatiepunt.