Vorig jaar schreef Jürgen Habermas een artikel in de Süddeutsche Zeitung met als titel Krieg und Empörung. Het artikel bevat geen uitwerking van het begrip ‘Empörung’. Blijkbaar acht Habermas het woord, zelfevident. Hij gebruikt het woord ook maar twee keer. Toch staat het begrip centraal.
Verontwaardiging
De meest voor de hand liggende vertaling voor Empörung is verontwaardiging, wat weer is te begrijpen is als morele ontzetting. Verontwaardiging is een emotie. Dat stelt ook Habermas vast. In de context van de inval van Rusland in Oekraïne leidt verontwaardiging tot een vanzelfsprekend partij kiezen tegen Poetin en diens regering en voor de Oekraïense bevolking. De verontwaardiging over vernietiging, doden, het land uit vluchtende moeders met kinderen, zorgt ervoor dat veel mensen instant – in een reflex – partij kiezen tegen Rusland en voor Oekraïne, temeer als deze verontwaardiging voorgeleefd wordt. Je zou ook kunnen spreken van een morele shock, waarbij het onderscheid tussen goed en slecht, tussen de goeden en de slechten zich stante pede vormt. Wat daarbij helpt, beeldvorming: mannen die hun vrouw en kinderen tot aan de westelijke grens begeleiden, om dan achter te blijven om zelf ten strijde te trekken. Deze beeldvorming maakt in een keer duidelijk waarom ten strijde wordt getrokken. Dat is om het land waar de soldaten met hun gezinnen wonen en werken te beschermen. Dat het beeld aan een traditionele rolverdeling voldoet, is ineens geen probleem. Het doet stiekem zelfs terugverlangen naar tijden toen ook in het Westen de rolverdeling nog onomstreden was.
Pacifisten voor oorlog
In Duitsland leidt de morele verontwaardiging over de inval in Oekraïne tot een aandrang om vooral steeds zwaardere wapens aan te leveren. Daarbij nemen alternatieve types het voortouw van wie je toch eerder een pacifistische grondhouding verwacht zou hebben. Het zijn Bündniss 90/Die Grünen die het hardst pleiten voor het leveren van steeds zwaardere wapens. De vreemde situatie doet zich dus voor dat voormalige pacifisten het voortouw nemen, op de voet gevolgd door FDP en CDU/CSU. De SPD lijkt keer op keer te aarzelen bij het zetten van een volgende stap in de escalatie, maar zet die stap dan uiteindelijk toch. Daardoor is de SPD achteraf steeds gedwongen de keuzes voor het leveren van steeds zwaardere wapens alsnog te verdedigen. Tegen oorlog en wapenleveranties, net als voor vrede en vredesbesprekingen is vooral de AfD, die als rechtsradicaal te boek staat. Bij Die Linke laat vooral Sahra Wagenknecht zich gelden als vredesduif. Ze keert zich ook tegen de economische sancties tegen Rusland omdat die de Duitse economie aarder lijken te treffen dan de Russische. Haar partij kan haar echter niet volgen in haar standpunten. Geruchten doen de ronde dat Wagenknecht een eigen partij wil op te richten. Voorspelt wordt dat ze in dat geval een groot deel van de achterban van zowel AFD als Die linke en de FDP naar zich toe zou kunnen trekken. Mijn voorspelling is dat ze daarnaast ook veel kiezers van de SPD zou kunnen aantrekken.
Habermas richt zich vooral op de voormalige pacifisten die zich nu zonder voorbehoud met Oekraïne en hun strijd tegen Rusland identificeren. Die zijn vooral te vinden bij Bündniss 90/ Die Grünen. Hij heeft het in dit verband over de bekering van voormalige pacifisten. Ook denkt hij aan jongere generaties binnen die partij die vergroeid zijn met het gebruik van social media:
“… jener Jüngeren, die zur Empfindlichkeit in normativen Fragen erzogen worden sind, ihre Emotionen nicht verstecken und am lautesten ein stärkeres Engagement einfordern. Sie erwecken den Eindruck, als habe sie die völlig neue Realität des Krieges aus ihren pazifistischen Illusionen herausgerissen.”
Habermas over Annalena Baerbock
Als voorbeeld van deze ommezwaai van pacifisme naar enthousiaste ondersteuning van oorlogsvoering met wapens noemt Habermas de minister van Buitenlandse Zaken Annalena Baerbock:
“Das erinnert auch an die zur Ikone gewordene Außenministerin, die unmittelbar nach Kriegsbeginn mit glaubwürdigen Gesten und einer bekenntnishaften Rhetorik der Erschütterung einen authentischen Ausdruck verliehen hat. Nicht als stünde sie damit nicht auch für das Mitgefühl und den Impuls zu helfen, die in unserer Bevölkerung allgemein verbreitet sind; aber sie hat darüber hinaus der spontanen Identifizierung mit dem ungestüm moralisierenden Drängen der zum Sieg entschlossenen Ukrainischen Führung eine überzeugende Gestalt gegeben.”
Baerbock komt dus vanuit haar empathisch beleven zowel tot een aandrang om te helpen waar nood is, als tot ondersteuning met wapens. Hier wordt zichtbaar dat empathie tot behulpzaamheid, maar ook tot geweld kan leiden. Empathie is zogezegd een medaille met twee kanten. Voordat de Nazi’s Polen binnenvielen, maakten ze filmopnamen die vooral ertoe dienden medeleven voor de Duitse gemeenschap in Polen op te roepen. Ook organiseerden ze hulpacties om deze Duitse Polen te ondersteunen. De leuze “Heim in Reich”, die de Nazi’s gebruikten om gebieden waar etnische Duitsers wonen te annexeren of te veroveren, klinkt eigenlijk heel empathisch. Ze doet sterk denken aan de leuze van EU-commissievoorzitter Ursula von der Leyen, ook gehanteerd door bondskanselier Scholz: “Die Ukraine gehört zur europäischen Familie”.
Empathie niet louter goed
Meestal roept het begrip empathie louter positieve connotaties op: empathisch zijn is altijd goed. Er bestaat de neiging om alleen over empathie te spreken als het gaat om zorgende, sociale en vredelievende neigingen. Wat de door Habermas gemunte bekering van de voormalige pacifisten van Bündniss 90/ Die Grünen zichtbaar maakt, is dat empathie net zo goed kan leiden tot ondersteuning van oorlogvoering, en in mijn ogen ook tot regelrechte oorlogshitserij. En het verraderlijke is dat als dat dan gebeurd, dan voelt het ook nog eens goed, terecht en authentiek om voor oorlog te zijn. Dat is waarom Habermas spreekt van “glaubwürdigen Gesten”, en van “authentischen Ausdruck”. Het voelt nu eenmaal goed om empathisch te zijn. Baerbock hoeft zich ook niet te forceren om empathisch te zijn. Het glipt er als het ware uit. Ze maakt dan ook de indruk dat ze meent wat ze zegt. Het lijkt uit het hart en niet uit het verstand te komen. En daarmee werkt de empathie, zoals iemand als Baerbock die uit, aanstekelijk voor degenen die haar op televisie of op social media zien. Dat gaat zeker op voor aanhangers van Bündniss 90/Die Grünen die empathie toch al hoog in het vaandel dragen, en niet bedacht zijn op het feit dat empathie ook wel eens verkeerde impulsen kan generen.
In Nederland ziet GroenLinks empathie als wonderelixer voor alle mogelijke maatschappelijke problemen. Jesse Klaver droomt van een empathische samenleving. Toch wil het feit dat empathie zich natuurlijk en dus goed aanvoelt, nog niet zeggen dat beslissingen op basis van empathie altijd tot goede resultaten leiden. En het betekent al helemaal niet dat wie zich laat meeslepen in een oorlog op basis van een weldadig gevoel van empathie dat het dan wel een goede oorlog moet zijn. Habermas lijkt dat ook zo te zien. Hij herinnert ons eraan dat een oorlog met een kernmacht misschien wel niet te winnen valt. Een oorlog met Rusland inrollen omdat onze empathie voor Oekraïne zo goed voelt, is misschien toch niet zo’n goede zaak.
Emotietelevisie
Het is Habermas opgevallen dat verontwaardiging over de inval van de Russen in Oekraïne heel goed aanslaat in de Duitse media. Zoals ik het zie, komt dat doordat verontwaardiging een emotie is, en emoties zich via een visueel medium goed laten communiceren. Emoties worden namelijk zichtbaar in gezichtsuitdrukkingen, gezichtsbewegingen, lichaamshoudingen, lichaamsbewegingen, manieren van spreken, manieren van hakkelen en herformuleren. Dat alles laat zich allemaal heel goed via beeld communiceren. Dan kan het als het bijna tot plicht worden om als gast bij een praatprogramma te laten zien hoe de verontwaardiging over bijvoorbeeld de massacre in Boetsja er bij jou uitziet. Wie dat niet of in te geringe mate doet, wordt daar vervolgens op aangesproken.
Wat je dan ziet, is dat juist die politici steeds weer podium krijgen die vanuit verontwaardiging niet aflaten aan te dringen op meer wapenleveranties. Ik denk daarbij aan Anton Hofreiter van Bündniss 90/ Die Grünen. Voor FDP is Marie-Agnes Strack-Zimmermann een alsmaar uitgenodigde gast in praatprogramma’s. Voor CDU/CSU zijn dat Norbert Röttgen en Roderich Kiesewetter. Gevolg is dat je als kijker steeds weer overladen wordt met dezelfde mening vanuit dezelfde emotie door dezelfde politici. Als iemand van de SPD het waagt te wijzen op het gevaar van escalatie tot een atoomoorlog en een derde wereldoorlog, dan wordt dat zo’n beetje weggehoond als aarzelend en laf. De AfD wordt sowieso nauwelijks uitgenodigd, zodat hun pleidooi voor vrede weinig podium krijgt. Hetzelfde geldt voor Wagenknecht totdat ze, los van haar partij, een vredesdemonstratie in Berlijn organiseerde. Toen kon de publieke omroep niet om haar heen, en is ze in enkele praatprogramma’s (Maischberger, Marcus Lanz) verschenen waarin ze op basis van argumenten haar opponenten overvleugelde, totdat ze er bij Hart aber Fair aan de stok kreeg met de presentator. Ze zou iets gezegd hebben wat niet uit de feitencheck blijkt. Achteraf blijkt niet Wagenknecht, maar de feitencheck het bij het verkeerde eind te hebben.
Oorlogsreclame
En dan zijn er ook van die leuzen die de empathische lont in het kruitvat stoppen. Ze lijken er direct op gericht strijdlust op te wekken. Een heel gevaarlijke uitspraak vind ik dat een derde wereldoorlog niet meer verhinderd kan worden, omdat deze in Oekraïne al aan de gang is. De zwaarwegende beslissing om een derde wereldoorlog wel of niet te beginnen wordt zo weggeredeneerd. Bovendien wordt de tweedracht in Oekraïne zo overgeheveld naar de landen van het Westen, waaronder ook Duitsland en Nederland. Een andere manier om de strijd als onontkoombaar te presenteren is te zeggen dat het om de strijd tussen democratie en autocratie gaat. Tegen de strijd zijn, impliceert dan dat je de democratie niet wenst te verdedigen. Ook wordt er veelvuldig, ook door onze premier, gezegd Oekraïne moet de oorlog winnen. Daarbij wordt dan verondersteld dat Oekraïne dan mag definiëren wat winnen betekent, en wij als Westen eraan gehouden zijn om Oekraïne van de benodigde machtsmiddelen te voorzien. Een heel verraderlijke uitspraak is ook: De oorlog in Oekraïne is ook onze oorlog. Baerbock maakt daarvan “we are at war with Russia”. Ik vraag me af: wie verzint die leuzen, die in diverse landen, uit kelen van diverse politici klinken? Komen ze uit Oekraïne? Vergeet niet dat president Zelensky uit de theater- en televisiewereld komt waar het wemelt van mensen die in staat zijn prikkelende teksten te bedenken. Of komen ze vanuit de VS, waar professionals reclame- of pr-bureaus worden ingehuurd om slagzinnen uit te dokteren, die ons geen keuze laten, omdat ze ons in een keuze plaatsen.