Naar aanleiding van Tegenlicht, 4 mei 2010
Door politici uit verschillende landen te laten becommentariëren door deskundigen uit diverse landen, wordt een soort universele geldigheid van het beweerde gesuggereerd. Zo zou het overal zo zijn, dat links vasthoudt aan het verlichtingsdenken en daarom probeert de kiezer teveel op basis van argumenten te overtuigen. Rechts daarentegen zou beter in staat zijn in te spelen op de emoties van de kiezer. Kort samengevat: Populisme is rechts. Met deze boodschap wordt aan het denken in termen van links en rechts een nieuwe dimensie toegevoegd, die de tegenstelling alleen maar versterkt.
Als ik de theorie evenwel toets aan de praktijk, dan blijkt deze weerbarstiger te zijn dan de theorie. Natuurlijk Gordon Brown heeft weinig emotionele wervingskracht, maar zijn voorganger Tony Blair, evenals in de jaren ‘70 in Duitsland Willy Brand en in Nederland Joop den Uyl hadden dat wel. Hans Wiegel is qua stijl misschien te vergelijken met Silvio Berlusconi of met Margaret Thatcher, maar Frits Bolkestein, Joris Voorhoeve en Koos Rietkerk zijn dat niet.
Mijn mening is dat alle politieke partijen bij tijd en wijle over aansprekende politici beschikken. Daar is op zich niet zoveel links of rechts aan. Misschien is het alleen zo dat links in deze multiculturele tijden minder in de gelegenheid is de ware emoties van haar potentiële kiezers te activeren.
De poging om het hele politieke spectrum te vangen in een tegenstelling tussen enkel links en rechts, komt mij vanuit de Nederlandse situatie bekend voor. Met die poging wordt getracht te voorkomen, dat linkse kiezers toegeven aan zogenaamd rechtse overtuigingen op het gebied van immigratie en integratie. Pim Fortuyn was immers in staat gebleken ook traditioneel linkse kiezers voor zich te winnen met een immigratiebeperkend programma. Die mogelijkheid nu moet met een strikte tegenstelling tussen links en rechts voorkomen worden. Op die manier wordt aan politieke koppelverkoop gedaan. Wie niet wil dat de huren stijgen, moet doorgaande immigratie maar op de koop toe nemen.
Mijns inziens kan het politieke landschap beter beschreven worden door drie of vier in plaats van één dimensie te gebruiken. Voor de mate waarin je verschillen accepteert binnen de samenleving kan het onderscheid tussen links en rechts gehandhaafd blijven. Voor de mate dat binnenlandse belangen worden opgeofferd voor buitenlandse belangen, kan de tegenstelling nationalistisch en internationalistisch gebruikt worden. Voor de mate dat natuur mag worden opgeofferd voor economische doeleinden kan de tegenstelling groen en grijs gebuikt worden.
Een tegenstelling tussen conservatief en progressief staat niet zozeer voor de inhoud van een politiek programma, maar enkel voor de radicaliteit waarmee men dat wil uitvoeren. Daarbij kan wel de aantekening gemaakt worden dat conservatisme zich over het algemeen meer leent voor gematigde politieke stellingnames, terwijl progressiviteit beter past bij programma’s aan de uiteinden van een of enkele dimensies. Zo bezien was het nazisme niet conservatief maar juist progressief. Ze trachtte immers met haar programma allerlei radicale en onomkeerbare veranderingen teweeg te brengen.