In de reportage van Nova, 18 april 2008 ging het met name om de vraag of kindsoldaten dader of slachtoffer zijn. Het trieste is dat dit onderscheid bij kindsoldaten niet te maken is. Waarschijnlijk klopt het dat de kinderen in eerste instantie gedwongen worden tot geweld, maar dat doet er op den duur niet meer toe. Juist omdat deze kinderen door hun ervaringen met geweld gevormd worden, vergroeien ze daarmee, en verworden ze tot volwassenen voor wie geweld vertrouwd is en altijd binnen handbereik ligt. Ze verworden zodoende van slachtoffer tot dader. Natuurlijk zijn er individuele verschillen, maar het is toch te verwachten dat Sierra Leone nog niet verlost is van problemen met deze populatie ex-kindsoldaten.
Net als de kindsoldaten is ook Gini Mooy in zekere zin slachtoffer van haar vorming, want de methode van participerende observatie die haar als antropoloog onderwezen is, draagt bij aan een al te vergoelijkende houding ten aanzien gruwelijkheden die bepaald niet kinderachtig zijn. Het is deze vergoelijkende houding van beroepshalve al te aardige antropologen die leidt tot cultuurrelativisme. En cultuurrelativisme mondt uit in zelfverkozen machteloosheid: Een tragedie los je immers niet op door enkel van perspectief te veranderen.