Naar aanleiding van Nova, 6 maart 2010
Marcel ten Hooven spreekt van machtwellust. Laat ik er dit van zeggen. Naarmate regeringsleiders langer aan de macht zijn, raken ze daaraan gehecht. Toen de premier nog in de race was voor Europees president, zagen we duidelijk hoe de premier opbloeide in het vooruitzicht een volgende carrièremove te maken. Blijkbaar had hij het in Nederland niet meer naar zijn zin.
Bij de minister van buitenlandse zaken traden de ambities nog sterker in het daglicht. Het kwijl spoot hem zowat in zijn mond in het vooruitzicht Balkenende op te volgen. Toen dat niet lukte, was hij des te onverzettelijker in het blijven meespelen op het internationale diplomatieke niveau door middel van voortzetting van de missie in Afghanistan. De gevolgen van deze onverzettelijkheid hebben we met zijn allen de afgelopen weken mogen ondervinden.
Het zijn evenwel niet alleen CDA-ers die moeite met macht hebben. SP’er Marijnissen bijvoorbeeld maakte enkele jaren geleden zijn trouwste adjudant tot nieuwe leider. Het gebeurt wel vaker dat leiders zich laten opvolgen door hun meest toegewijde, kontenkruiperige volgeling. Voor alle duidelijkheid: Daarmee wil ik niet zeggen dat Agnes Kant een kontenkruiper is. Maar een hondje dat een baasje nodig heeft, is ze wel …