Multimedia over geschiedenis hoeven niet in een gebouw

Naar aanleiding van Nova, 27 mei 2009 

Directeur Schilp toont via extern onderzoek aan dat het door de Tweede Kamer verkozen plan toch niet zo’n goed plan is. Dan is het begrijpelijk dat de Tweede Kamer haar besluit heroverweegt. Terug naar af, zoals Boris van de Ham zegt.

Maar, vraag ik me af, is het parlement niet al een keuze voor een museum in de maag gesplitst door haar te laten kiezen uit drie opties? En, is dan de vervolgvraag, is een keuze voor een museum wel de meest doelmatige manier om de bevolking in den brede in contact te brengen met de (vaderlandse) geschiedenis? Ik meen dat er veel doelmatigere methoden zijn te bedenken dan een museum.

Waarschijnlijk wordt het nog te realiseren museum niet volgestouwd met voorwerpen uit vervlogen tijden, maar volgehangen met multimedia. Veelal zullen dat filmbeelden en animaties (zoals in computergames) zijn. Dan is mijn vraag waarom al die multimedia perse in een gebouw gesitueerd dient te worden. Is het niet veel effectiever om al dat materiaal via internet, dvd, blue ray, en, niet te vergeten, televisie ruimschoots ter beschikking te stellen, zodat de beoogde doelgroepen er ook daadwerkelijk mee in aanraking komen?

Neem bijvoorbeeld de schoolgaande jeugd. In hun hele schoolcarrière zullen ze het museum niet vaker bezoeken dan dat ze nu Artis bezoeken. Dat zal één hooguit twee keer het geval zijn. Als er evenwel beeldmateriaal breed beschikbaar komt, dan kunnen leraren geschiedenis het hele jarenlange onderwijsprogramma  daar les in les uit mee illustreren. En als leerlingen zich een bepaald onderwerp niet meer zo goed voor de geest kunnen halen, dan bekijken ze het gewoon via internet nog eens.

Er bestaat trouwens voor geen enkel vak zoveel beeldmateriaal dan voor geschiedenis. Neem bijvoorbeeld het uitzendingenarchief van Andere Tijden of van In Europa. Op basis van dat materiaal kun je inzoomen op talloze onderwerpen uit de nieuwste geschiedenis. Charles Groenhuijsen heeft afgelopen jaar ook nog een serie gepresenteerd over de geschiedenis van de prehistorie tot heden in vijf of zes uitzendingen. Heel toegankelijk, zelfs voor de onderbouw. Wat ik maar wil zeggen: Er is heel veel, en wat er nog niet is, kan gemaakt worden. Maar maak het vervolgens gewoon breed toegankelijk. Dan heb je in principe geen gebouw nodig, hoe mooi dat ontwerp van Francine Houben ook is.

Wat ik trouwens wel een goed idee vind, dat is om allerlei historische locaties bij het project te betrekken. Daar kun je ook historische stukken tentoonstellen. Via multimedia kun je die plekken alvast verkennen, maar als je daadwerkelijk naar zo’n plek gaat, wordt je terplekke wegwijs gemaakt via diezelfde multimedia. Als kind heb ik bijvoorbeeld nooit geweten hoeveel geschiedenis zich in een straal van pak ‘m beet 30 kilometer rondom mijn ouderlijk huis heeft afgespeeld. Dat gaat echt van de diepe prehistorie, via de Romeinen en de Middeleeuwen tot de recente geschiedenis aan toe. Je zou bijvoorbeeld in de onderbouw (geen examenstof) een schooljaar lang de geschiedenis kunnen beschrijven aan de hand van  historische locaties in de omgeving. Dan gaat geschiedenis niet alleen leven. Dan raak je verbonden met de geschiedenis.