Niet het celibaat maar het internaat

Naar aanleiding van Nova, 9 maart 2010

De schandalen die nu aan het licht komen zullen veel calvinisten wellicht bevestigen in hun vooroordeel dat katholieken niet deugen. Toch is het aantal gevallen van seksueel misbruik beperkt. In NRC werd gemeld dat er inmiddels zo’n 350 meldingen zijn binnengekomen. Daaronder wellicht een aanzienlijk aantal mensen die hun hart willen luchten, maar geen nieuw geval aandragen. In eerdere jaren ging het o m zo’n 10 gevallen per jaar. Blijkbaar is nu een inhaalslag gaande. Nu is in ieder geval de gelegenheid ruimschoots geboden om zich te melden.

Alle aandacht gaat nu naar katholieke geestelijken maar er zijn ook andere groepen  waarin potentiële daders te verwachten zijn. Hoe gebruikelijk was of is het in homofiele kringen bijvoorbeeld om seksueel verkeer met minderjarigen te zoeken? Bedenk ook dat als gevolg van de seksuele revolutie in de jaren ’60, ’70 en ’80 pedofilie door progressieve geesten tot het geoorloofde repertoire van seksuele omgang werd gerekend. Hoeveel minderjarige slachtoffers heeft dat gemaakt? Hou er ook rekening ermee dat in veel culturen, waaronder islamitische een huwelijk, en dus ook seksuele omgang, met een minderjarige geoorloofd is. Als die mensen uit die culturen in Nederland komen wonen, dan is het niet waarschijnlijk dat deze praktijken plotsklaps niet meer gebezigd worden.

Het idee, in de reportage geopperd, dat de kerk voor eigen rechter moet gaan spelen, nu veel van de toenmalige misstanden juridisch verjaard zijn, is merkwaardig als men zich bedenkt dat het katholicisme, anders dan de islam, geen eigen rechtssysteem kent. Kern van het katholicisme is dat berouw tot vergeving van zonden leidt. Misschien is dat ook wel de beste manier om met de huidige onthullingen om te gaan.

Vraag is of het celibaat per saldo bijdraagt aan het seksueel misbruik van minderjarigen. Wellicht dat het celibaat ook heeft functioneert als een institutie die mensen met homofiele of pedofiele neigingen een uitkomst biedt door het niet uitleven van hun seksuele neigingen te institutionaliseren. Dat kan als consequentie hebben gehad dat het celibaat relatief grote aantrekkingskracht uitoefende, juist op deze groepen, en dat zij daardoor ook relatief oververtegenwoordigd waren onder katholieke geestelijken.

Eén antwoord op “Niet het celibaat maar het internaat”

Reacties zijn gesloten.