Naar aanleiding van Nova, 25 juni 2009
Om de boodschap van Freek de Jonge los van zijn humor te bezien, kun je het beste naar zijn optredens in talkshows kijken. Dan krijg je louter de boodschap zonder humor. Dan blijkt ook dat die boodschap behoorlijk humorloos is.
Laten we als voorbeeld de aanvaring nemen die De Jonge een aantal maanden geleden had met Peter R. de Vries. In de reportage komt hij daar nog op terug. Hij geeft toe dat het wel wat beredeneerder had gekund, maar hij gaat er wel vanuit dat hij al redenerend tot zijn boodschap was kunnen komen. Maar wat is die boodschap dan? Tijdens de bewuste uitzending van Pauw & Witteman was de boodschap dat De Vries onder een hoedje speelt met crimineel Nederland. De misdrijven die De Vries oplost, zouden enkel geïsoleerde zaken betreffen die de georganiseerde criminaliteit niet raken, maar die vooral dienen om politie en rechtspraak in diskrediet te brengen.
In de Nova reportage werd dat iets van: Niet iedereen kan zomaar op onderzoek uitgaan, want dat ondermijnt het vertrouwen in politie en rechtspraak. De belangrijkste verdachtmaking, namelijk dat De Vries onder een hoedje zou spelen met de georganiseerde criminaliteit, kwam niet meer aan de orde. Wat dan overblijft is dat de overheid niet bekritiseerd mag worden, zelfs niet met feiten die in een rechtszaak als bewijs kunnen dienen. Dat een confrontatie met onwelgevallige feiten louterend kan werken op het juridisch systeem, komt blijkbaar niet bij De Jonge op. Iedereen moet maar blijven geloven dat de overheid het goed doet. Freek de Jonge lijkt hier wel een representant van het DDR systeem, of om een recenter voorbeeld te gebruiken, van de Islamic Republic of Iran.
Conclusie lijkt te zijn dat je om de grappen van De Jonge hartelijk mag lachen, maar dat je zijn moraal toch niet al te serieus hoeft te nemen. Dat was ook jaren geleden zo ongeveer het oordeel van Toon Hermans. De Jonge is typisch iemand die zich al moreel is gaan uiten voordat zijn moraal ontwikkeld was. Inderdaad waarschijnlijk het gevolg van zijn opvoeding in een domineegezin. Daardoor krijgt zijn moraal iets dramatisch, iets onvervulds. Het is een schreeuw om iets dat er niet is.