Over beledigen, bedreigen en vechten

Naar aanleiding van Nova, 28 oktober 2009 

Kwistig gebruik van krachttermen getuigt van een enorme machteloosheid om zich uit te drukken. Dan is de krachtigste krachtterm nog niet krachtig genoeg. De enige resterende verbale optie is dan het herhalen van die allerkrachtigste krachttermen, hetgeen je dan ook ziet gebeuren. Voor mezelf hanteer ik zoveel mogelijk het adagium: Alles wat gezegd kan worden, kan op een fatsoenlijke manier gezegd worden. Als ik al scheldwoorden gebruik, dan in verwijzing naar anderen die dat scheldwoord hebben gebruikt.

Typerend in de reportage vond ik de uitdrukking ‘aap in uniform’ en ook het aloude ‘wie denk je wel dat je bent?’. Dit vanwege de denkwijze die daarachter zit. Blijkbaar accepteren de sprekers de rol niet die de maatschappij aan de politie heeft toegedacht, en denken ze in de spreekwoordelijke jungle te leven. Ook dreigementen richting agent en diens gezin wijzen daarop.

Maar in de jungle dient men op te passen voor degene die sterker is dan jezelf. Blijkbaar ervaart men agenten niet als sterk. Anders zou men zich wel niet tegen hen teweer stellen. Een rol daarbij speelt dat men zich samen sterk voelt. Het is niet alleen het onverzettelijke verweer van de enkeling, maar ook het kleine, relatief anonieme verweer van velen dat de politie parten speelt: Even in de weg lopen; even aan het jasje trekken; even iets lelijks roepen.

Tja, wat doe je daaraan? In ieder geval dient duidelijk te zijn hoe dat nu zit met de politie. Omdat de politie het geweldsmonopolie in de publieke ruimte is toegewezen, betekent een robbetje vechten met de politie in principe dat de vechtersbazen in overtreding zijn, en de politie niet. Dat moet toch eens duidelijk gemaakt worden. Verder meen ik dat dreigementen aan politieagenten en diens familie een graad erger zijn dan enkel scheldwoorden. Als het beledigen van een ambtenaar in functie strafbaar is, dan dient het bedreigen van een ambtenaar in functie minstens even strafbaar te zijn.