Naar aanleiding van Buitenhof, 24 januari 2010
Het gaat niet enkel om of een uitspraak waar is, maar om de context waarin een uitsrpaak, waar of niet waar, gedaan wordt, om uit te maken of het om discriminatie of haat zaaien gaat, is de strekking van het verhaal van Désanne van Brederode. Als dit het enige criterium is, dan ben ik bang dat de rechtspraak in postmodernistisch vaarwater terecht komt. Als je iets zegt wat voor de een of de ander onwelgevallig is, dan moet maar afwachten vanuit welke context de rechter je uitspraken beziet. De rechter wordt zo vergelijkbaar met een opvoeder die te pas en te onpas straft. Daarvan weten we dat vooral angst inboezemt en onzeker maakt. Je bedenkt je wel twee keer voor je iets zegt. Je weet niet waarom het niet zou mogen, maar je weet ook niet welke interpretatie de rechter nu weer uit de hoge hoed zal toveren, om uit te maken of het wel of niet mag. Een dergelijke postmoderne rechtspraak zal vooral intimiderend werken, en wellicht is dat ook de bedoeling van Van Brederode.