Ruimte voor een rechtstatelijk en humaan terugkeerbeleid

De Rotterdamse PvdA-wethouder Hamit Karakus heeft weinig toe te voegen aan het reeds bekende PvdA-standpunt. Dat bleek toen Clairy Polak hem bij Nova op 29 juni 2009 ondervroeg. Op haar opmerking dat autochtonen misschien wel bang zijn om met een meerderheid met een hun vreemd geloof te worden geconfronteerd, volgde nauwelijks een reactie. Een antwoord op Wilders kan Karakus dus amper genoemd worden. Braaf herkauwde hij de PvdA- mantra dat het enkel gaat om de beeldvorming rond enkele kwaadwillende allochtonen. Door deze voor hun criminele daden te bestraffen, komt alles weer dik in orde. Ook herhaalde hij Wouter Bos die afgelopen weekend het nadeel van een verdeelde achterban vertaalde in het voordeel van een brede achterban. Een beetje wieden als zich problemen voordoen, en problemen wegformuleren, maken volgens de PvdA een structurele aanpak overbodig.

De reportage over Karakus was naar aanleiding van het volkskrantartikel “Jonge moslim voelt zich hier niet welkom”.  Op de site van de Volkskrant verschijnt diezelfde ochtend  een ander artikel met een verwante titel “Een derde Nederlandse moslims wil emigreren”. Eigenlijk is het dit artikel dat werkelijk opmerkelijk nieuws bevat. Zo staat er te lezen dat 18% van de moslims het op een aantal punten met Wilders eens is, en 1 op de 3 moslims het logisch vind dat een deel van de Nederlanders op Wilders stemt. Wat betekent dit? Uit de reportage van de actualiteitenrubriek Netwerk (dat opdracht tot het onderzoek heeft gegeven aan Motivaction) worden we niet wijzer. De gepresenteerde interpretaties werken als een saus die de smaak van het werkelijke gerecht, de cijfers, teniet doet.

Blijft niks anders over dan zelf maar eens te proberen de cijfers in een helder daglicht te plaatsen. Wat allereerst opvalt is dat Marokkanen en Turken – deze bevolkingsgroepen werden onderzocht – helemaal niet zoveel anders denken dan de bevolking als geheel. Wellicht dat men in Turkse en Marokkaanse kringen ook wel inziet dat Nederland in het verleden al te tolerant naar  allochtonen was, en begrijpen men in die kringen heel goed dat dit vroeg of laat wel zijn weerslag krijgt.

Ook opmerkelijk nieuws is dat 51%  van de Marokkaanse en Turkse moslims er wel eens over denkt het land te verlaten, en 36%  daadwerkelijk van plan is te emigreren. Nu is er natuurlijk een groot verschil tussen zeggen dat je wil emigreren en daadwerkelijk emigreren, maar toch geeft het onderzoek een tendens aan. Hoe deze tendens te begrijpen? Waarschijnlijk betekent dit dat veel Turken en Marokkanen die in Nederland een opleiding hebben gevolgd en wellicht werkervaring hebben opgedaan, verwachten in het land van herkomst een betere maatschappelijke positie op kunnen bouwen dan in Nederland. Waar het in Nederland meestal dringen is op de arbeidsmarkt, worden ze daar met hun westerse achtergrond met open armen ontvangen. Ook kennen Marokko en Turkije een hogere economische groei en minder regels waardoor ondernemen aldaar veel aantrekkelijker is dan in Nederland. Vergeet ook niet dat veel Marokkanen en Turken meer bezittingen in het land van herkomst, dan in Nederland hebben.

Als dat zo is, dan zijn nogal wat Marokkanen en Turken relatief gemakkelijk te bewegen naar het land van herkomst terug te keren. Ze doen dat dan op basis van dezelfde motivatie waarmee hun vader of grootvader naar Nederland gekomen is. De verwachting om door een tijdelijk verblijf in Nederland een betere toekomst in het land van herkomst te kunnen opbouwen, wordt dan met een vertraging van één à twee generaties alsnog bewaarheid. Beleidsmatig gezien, geeft dit aan dat er anno 2009  nog steeds ruimte is voor een rechtstatelijk en, wat ook belangrijk is, humaan terugkeerbeleid. Of je voor zo’n beleid bij de PvdA moet zijn, waag ik evenwel te betwijfelen.